211029 Interactie en stoppen met roken

29-10-21
Die interactie gaat me aan het hart
Stoppen met roken
30 seconds
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

29-10-21
Die interactie gaat me aan het hart
Stoppen met roken
30 seconds

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Die IA gaat me aan het hart

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

RAS-remmers is een verzamelnaam voor 3 groepen geneesmiddelen. Welke 3 geneesmiddelgroepen zijn dat en geef van elke groep een voorbeeld?

Slide 10 - Open question

ACE-remmers
ATII-antagonisten 
Renineremmers
aldosteronantagonisten
Welke geneesmiddelen vallen onder coumarines?

Slide 11 - Open question

Acenocoumarol= kortwerkend, makkelijk bij te stellen, smalle therapeutische breedte
Fenprocoumon= langwerkend, lastiger bij stellen, stabielere bloedspiegel

Welke geneesmiddelen vallen onder lisdiuretica?

Slide 12 - Open question

Bumetanide 
furosemide
Welke geneesmiddelen vallen onder kaliumsparende diuretica?

Slide 13 - Open question

amiloride
eplerenon
spironolacton
triamtereen
Opdracht IA
Bekijk in drietallen set A of B. 
Wat is er aan de hand en hoe handel je het af. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

set A
∙ Hydrochloorthiazide 25 mg (EU) + Digoxine 0,25 mg (VU)
∙ Renitec 20 mg (EU,) + Slow K tablet 600 mg (VU)
∙ Losartan 50 mg (TU) + Diclofenac 50 mg (VU, reumatoloog)
∙ Hydrochloorthiazide 25 mg (VU) + Enalapril 20 mg (EU)
∙ Sotalol 80 mg (EU) + Insuline Humuline 30/70 (VU)

set B
∙ Hydrochloorthiazide 25 mg (EU) + Digoxine 0,25 mg (VU)
∙ Lipitor 40 mg (EU) + Verapamil 180 mg (VU)
 ∙ Metoprolol 50 mg (TU) + Diclofenac 50 mg (VU)
∙ Hydrochloorthiazide 25 mg (EU) + Enalapril 20 mg (TU)
∙ Propranolol 80 mg (EU,) + Ventolin diskus 0,2 mg/dosis (VU)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00
Bespreek met een andere groep de signalen.
Welk signaal zijn jullie niet uitgekomen?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Pauze 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van cholesterol?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

30 seconds

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
De bedoeling is dat jullie zelf een 30 seconds spel maken. Hiervoor maken jullie kaartjes met 4 begrippen uit de komende kennistoets en in een andere kleur kaartjes met begrippen uit de komende kennistoets.
Maak tenminste van elke kleur 25 kaartjes.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Spelregels 30 seconds


De speler die gaat omschrijven pakt een kaart van de ‘UIT’-kant van de kaartenbak.Een speler van een ander team zet de timer en roept: ‘START’. Nu mag de speler met omschrijven beginnen.
Elke zijde van de kaart toont vier namen. De speler mag de namen in een volgorde naar keuze omschrijven.
Een speler van een ander team draait de zandloper om en roept: ”START”. Nu mag de speler die aan de beurt is de kaart omdraaien en met omschrijven beginnen.
Spelregels voor het omschrijven en raden
De speler die omschrijft, moet zich aan de volgende spelregels houden:
Hij mag wel:
● de naam op welke manier dan ook omschrijven, waarbij zingen, neuriën en gebaren zijn toegestaan.
Hij mag niet:
● de namen op de kaart noemen.
● namen die van de naam op de kaart zijn afgeleid, noemen.
● “klinkt als” –of “rijmt op” –tactieken gebruiken.
● naar een letter of letters van het alfabet verwijzen.
● naar iets wijzen.
Na dertig seconden is de beurt van het team afgelopen. Het is de verantwoordelijkheid van de andere teams om de zandloper in de gaten te houden en ‘STOP’ te roepen als de tijd om is.
4. Na 30 seconden is de beurt afgelopen en roepen de tegenstanders ‘STOP’.
5. Het aantal dat goed geraden is, is het aantal stappen dat het team haar pion vooruit mag zetten.
6. Doe de kaart terug aan de ‘IN’-kant van de kaartenhouder. Het volgende team is aan de beurt.
7. Het team dat als eerste de finish bereikt heeft gewonnen.


Slide 46 - Slide

This item has no instructions