Week 14, les 12. Les 11 is uitgevallen (Pasen) 1M

Welkom!
Nederlands 
Havo/vwo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands 
Havo/vwo leerjaar 1
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

Slide 1 - Slide

Terugblik (zie Som)
*10 minuten lezen in je leesboek

*Lezen, blok 5, opdracht 46 (mening, feit, argument) nagekeken

*Grammatica, blok 1, opdracht 16 nagekeken

*Nieuwsquiz

Slide 2 - Slide

Wat we deze les gaan doen/ doelen
- 10 minuten lezen in je leesboek

- Lezen blok 5: feit, mening, argument

- Grammatica blok 2: wwg en ow

- Spel: jongens tegen de meiden

Slide 3 - Slide

10 minuten lezen in je leesboek
Geen leesboek: Schrijf een verhaal over je weekend.
Half A4'tje minimaal.
Inleveren bij je docent

Slide 4 - Slide

Lezen blok 5
Doelen behaald?

Mening = ..... 
Feit = .....
Argument = .....
Objectief = ..... 
Subjectief = ..... 

Vragen?

Slide 5 - Slide

Lezen blok 5
Doelen behaald:

Mening =  wat je vindt, je gedachten over iets
Feit = iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.
Argument = goede reden, 'argumenten voor of tegen'.
Objectief = gebaseerd op feiten en niet op meningen.
Subjectief = beïnvloed door je persoonlijke mening en gevoelens 

Vragen?

Slide 6 - Slide

Stelling 1
Je mag altijd alles zeggen wat je denkt.

Eens = staan
Oneens = blijven zitten 
Wat is jouw argument?


Slide 7 - Slide

Stelling 2
Fietsers moeten altijd voorrang krijgen van auto’s.


Eens = staan
Oneens = blijven zitten 
Wat is jouw argument?


Slide 8 - Slide

Vraag 3
Laat je je vaccineren? 

Ja = staan
Nee = blijven zitten 

Wat is jouw argument?


Slide 9 - Slide

Grammatica blok 1
 Herhaling: wwg en ow
 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Theorie grammatica bl. 1, blz 18
Aantekening: 3 vormen van het werkwoord
1. De persoonvorm (pv) = Werkwoord dat van tijd verandert als je de hele zin in een andere tijd zet.

2. Het voltooid deelwoord (vd) = De vorm van het werkwoord die je krijgt als je er ik heb of ik ben voor zet. (in combi: hebben, zijn, worden)

3.De infinitief (inf) = Het hele werkwoord. Dikgedrukt in het woordenboek. Een infinitief heeft géén onderwerp bij zich en kan niet van tijd veranderen.

Slide 12 - Slide

Theorie grammatica bl. 1, blz 18
Aantekening: 3 vormen van het werkwoord
1. De persoonvorm (pv) = Ik loop vandaag naar school. 
                                                     Ik liep vandaag naar school. 

2. Het voltooid deelwoord (vd) = Ik ben vandaag naar school gelopen. 

3.De infinitief (inf) = Ik laat mijn pen vallen. 
                                           Ik liet mijn pen vallen. 

Slide 13 - Slide

Grammatica blok 2
 Maken:
Opdracht 9 op blz. 65  
 

Slide 14 - Slide

Woordspelletje
Jongens tegen de meiden

Slide 15 - Slide

Volgende les
1. Blok 6, lezen, opdracht 34, blz  296.

2. Blok 2, grammatica


Slide 16 - Slide

Doelen/ Reflectie
1. Mening/ feit
2. Wwg en ow
3. Pv, vd en inf. 

1. Wat ging goed?
2. Wat zijn verbeterpunten?
3. Hoe ga je dat aanpakken?


Slide 17 - Slide

Afsluiting
Bedankt voor jullie aandacht.

Fijne dag!

Slide 18 - Slide

Klaar?

Nieuwsquiz!
Alleen eigen voornaam.

https://create.kahoot.it/details/0f8cd476-8f5d-4541-b45f-6697e48fb629

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Reflectie: Welke smiley kies je?
1. smiley= hoe vond je de les en waarom?
2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Slide 20 - Slide