Procenten BBL

Procenten
1 / 45
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Procenten

Slide 1 - Slide

Procenten
Procenten geven een deel van een geheel aan, net als verhoudingen en breuken.

Eén procent (1%) is 1/100 van een totaal. 100% is het totaal.
Je noemt een aantal procenten een percentage. Je geeft percentages aan met het procentteken (%).

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
5 van de 100 tegels zijn blauw.

5/100 van de tegels is blauw

5% van de tegels is blauw

5% is een percentage.
Je spreekt dit uit als 'vijf procent

Slide 3 - Slide

Handige tips:
Als je deze richtlijnen uit je
hoofd leert, maakt dit
het rekenen een
stuk eenvoudiger...

In § 3.1 veel schattend rekenen!

Slide 4 - Slide

Hoeveelheid berekenen  1
Als een percentage gegeven is, en je wilt weten hoeveel het is (absoluut gezien), dan kun je dat op 3 manieren uitrekenen.

Manier 1


Bijv. 12% van 1250:

1250 : 100 x 12 = 150





Slide 5 - Slide

Hoeveelheid berekenen 2
Manier 2
Vermenigvuldig het totaal met een factor.
De factor bereken je door het percentage te delen door 100.

Bijv. 12% van 1250

0,12 x 1250 = 150






Slide 6 - Slide

Hoeveelheid berekenen 3
Manier 3
Gebruik een verhoudingstabel!
Bijv. 12% van 1250




? = 1250 x 12 : 100 = 150





1250
?
100%
12%

Slide 7 - Slide

Percentage berekenen
Manier 1


(ook wel Deel : Geheel x 100)
Manier 2
Aantal
Totaal
100%

Slide 8 - Slide

Percentage berekenen
7 op de 25 mensen drinken meer dan 1 liter melk per week.
Laat met een berekening zien hoeveel procent van de mensen meer dan 1 liter melk per week drinkt.

Slide 9 - Slide

Vergroten en verkleinen
Wat gebeurt er als ik een lengte van 100 cm eerst met 30% verklein en vervolgens weer met 30% vergroot?

Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er als ik een lengte van 100 cm eerst met 30% verklein en vervolgens weer met 30% vergroot?
100 cm - 30% = 70 cm

70cm + 30% = 91cm


Slide 11 - Slide

Dubbele toename / afname
Hoeveel % stijgt mijn loon in totaal als ik vandaag een 
loonsverhoging krijg van 20 % en over twee maanden nog een loonsverhoging krijg van 15%?

Slide 12 - Slide

Met en zonder

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

In 2014 worden in Nederland 35.000 nieuwe woningen
gebouwd. 14% daarvan heeft zonnepanelen op het dak.

Hoeveel nieuwe Nederlandse woningen heeft zonne-
panelen op het dak?

Slide 16 - Slide

Vergelijken met percentages
Welk product is goedkoper?

Product 1: € 200 exclusief 21% btw (je moet inclusief btw betalen)
Product 2: € 250 met 20% korting.

Als je 'op het oog' vergelijkt redeneer je als volgt:
Product 1: tel er (ongeveer)een vijfde bij op: € 200 + € 40 = € 240
Product 2: trek er een vijfde van af: € 250 – € 50 = € 200
Product 2 is goedkoper.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
In 2021 waren er 999.180 studenten ingeschreven binnen het mbo en hbo.
Van deze groep stond 51% ingeschreven bij het mbo.
Daarvan was 50% van het mannelijk geslacht.
Van deze mannen kwam 3,5% uit Groningen.

Hoeveel mannelijke mbo-studenten komen er uit Groningen?

Slide 18 - Slide

Manier 1


Aantal mbo'ers: 999.180 : 100 × 51 = 509.581,8
Aantal mannelijke mbo'ers: 509.581,8 : 100 × 50 = 254.790,9
Aantal mannelijke mbo'ers uit Groningen: 254.790,9 : 100 × 3,5 = 8917,6815
Afgerond: 8918






Manier 2

Bedenk eerst met welke factoren je rekent:
51%, dus keer 0,51
50%, dus keer 0,50
3,5%, dus keer 0,035
999.180 × 0,51 × 0,50 × 0,035 = 8917,6815
Afgerond: 8918

Slide 19 - Slide

Kan ook met een tabel! Dus eigenlijk 3 manieren!





En hoe nu verder?

999.180
509.581,8
509.581,8
254.790,9
100%
51 %
100%
50%

Slide 20 - Slide

 Mogelijkheid 1
Hoeveel korting krijg ik? 

Kan met verhoudingstabel, formule en factor

Totaal bedrag : 100  x Kortingspercentage

Totaalbedrag x Kortingspercentage : 100

100%
30 %
85 €

Slide 21 - Slide

Je vliegt van Amsterdam naar Rome
Een retourtje kost 120 euro.



Bij het afrekenen zie je dat je 25% korting krijgt.



Slide 22 - Slide

Mogelijkheid 2:Korting er al af
Je koopt een Iphone waar je, nadat de 15% korting er af is gehaald, €849,15 voor moet betalen. 

Wat kost de Iphone als er geen korting zou zijn?
849,15
%

Slide 23 - Slide

Je koopt een reisgids voor in Parijs
Deze reisgids kost 12 euro nadat je korting hebt gekregen. 
Je kreeg 30% korting

Wat was de originele prijs?

Slide 24 - Slide

Mogelijkheid 3: kortingspercentage?
Al eerder gedaan:

  1. Deel : Geheel x 100 = Korting : oorspronkelijke prijs x 100


Oorspronkelijke prijs
Korting
100%
?

Slide 25 - Slide

Wat is ... deel van 40?
81
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 26 - Quiz

Wat is .... deel van 48?
42
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 27 - Quiz

Iphone
Normaal kost een Iphone 1299€.
Op 1 april krijg je 250€ korting. 

Hoeveel procent korting krijg je dan?

Slide 28 - Slide

Manieren
  1. Met een verhoudingstabel
  2. Met een factor:         factor  =    nieuwe percentage
                                                                                  100
VB: 
+ 20 %       wordt 120%        x 1,20
+  100%       wordt 200%        x 2,0
- 35%      wordt 65%       x 0,65

Slide 29 - Slide

Reken uit!
Oude prijs = ??
Prijsverhoging 25%
Nieuwe prijs € 240


Slide 30 - Slide

Reken uit

Nieuwe salaris per uur is 8,19€
Oude salaris per uur was 7,80€

Hoeveel % loonstijging?


Slide 31 - Slide

Reken uit
Oude prijs €500
prijsverhoging ...%
Nieuwe prijs €1250


Slide 32 - Slide

In 1 overzicht

Slide 33 - Slide

Van % naar verhouding

4% = 4/100 dus 4 van de 100!
4 van de 100 = 1 van de 25

 
Van verhouding naar %

2 van de 5 = 4 van de 10 
= 40 van de 100 = 40%

Slide 34 - Slide

Van % naar breuk

  1. Bepaal het percentage
  2. Maak van het percentage een honderdste breuk
  3. Vereenvoudig de breuk
1% = 1/100
14% = 14/100 = 7/50
92% = 92/100 = 46/50 = 23/25

Slide 35 - Slide

Hoeveel procent is de volgende verhouding?
7 van de 20
A
34%
B
30%
C
35%
D
27%

Slide 36 - Quiz

Het geheel berekenen
In 2022 zijn er 451 000 mensen werkloos.
Dat is 5,2% van de gehele beroepsbevolking.
Bereken hoe groot de gehele beroepsbevolking is. 
Rond af op duizendtallen.

 

Slide 37 - Slide

Het geheel berekenen
In 2022 zijn er 451 000 mensen werkloos.
Dat is 5,2% van de gehele beroepsbevolking.
Bereken hoe groot de gehele beroepsbevolking is. 
Rond af op duizendtallen.


 451.000 : 5, 2 x 100 = 8.673.077 = 8.673.000!

451.000
5,2 %
100%

Slide 38 - Slide

De oude situatie berekenen
De huurprijs van een huis is met 4,7% verhoogd.
De nieuwe huurprijs is €575,30.
Bereken de huurprijs van het huis vóór de verhoging.
timer
3:00

Slide 39 - Slide

De oude situatie berekenen
De huurprijs van een huis is met 4,7% verhoogd.
De nieuwe huurprijs is €575,30.
Bereken de huurprijs vóór de verhoging.

Oude huurprijs = 100%
Nieuwe huurprijs = 100% + 4,7% = 104,7%

Slide 40 - Slide

De oude situatie berekenen
De huurprijs van een huis is met 4,7% verhoogd.
De nieuwe huurprijs is €575,30.
Bereken de huurprijs vóór de verhoging.
Procenten
100%
104,7%
Huurprijs

Slide 41 - Slide

De oude situatie berekenen
De huurprijs van een huis is met 4,7% verhoogd.
De nieuwe huurprijs is €575,30.
Bereken de huurprijs vóór de verhoging.
Procenten
100%
1
104,7%
Huurprijs
€549,47
€575,30

Slide 42 - Slide

 Moeilijker: Sale!
Alle producten worden exclusief 21% btw verkocht. Op de laatste dag gaat er nog eens 15% korting vanaf. Voor de aankoop van een nieuwe laptop betaal je dan € 459. Bereken de oude prijs van de laptop inclusief 21% btw.
timer
5:00

Slide 43 - Slide

De oude prijs inclusief btw is € 653,40...
Hoe dan?

Slide 44 - Slide

De oude prijs inclusief btw is € 653,40...
85%    =    459
100%  =    540
121%   =    653,40

Slide 45 - Slide