NPO-les leesvaardigheid klas 1

NPO-les LEZEN klas 1
Fijn dat jullie er zijn!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

NPO-les LEZEN klas 1
Fijn dat jullie er zijn!

Slide 1 - Slide

Even voorstellen:

mw. Coumou 
 



Wie zijn aanwezig?

Maurits de Groot
Mohamed Allahjabou
Tijn Aulbers
Kees Daeij Ouwens
Jonas van Gennip
Gijs vd Heijden
Jorrit Schaaf
Yara Kuiper
Roek de Winkel



Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

  • Herhalen belangrijke onderdelen van 
     h.1 t/m -h.6 LEZEN

  • Oefenen met een tekst.

Slide 3 - Slide

Het onderwerp van een tekst.



Oriënterend lezen
Datgene waar de tekst over gaat in één of een paar woorden.
Nooit een zin!

de titel, de tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea


Slide 4 - Slide

Verbod op plastic tas niet zo best voor milieu


[1] Gebruikte iedere Nederlander in 2015 nog 170 plastic tasjes, in 2019 waren dat er 35. Sinds het verbod op gratis plastic tasjes in 2016 is het gebruik ervan enorm afgenomen. Goed voor ons leefklimaat, zou je denken. Toch heeft het verbod ook onverwacht nadelige consequenties voor het milieu.

Slide 5 - Slide


1 Wat is het onderwerp van de tekst?




A
Het gebruik van papieren of katoenen tassen
B
Het gevolg van het verbod op plastic tassen
C
het verbod op alle tassen: plastic, papier en katoen
D
het verbod op plastic tassen

Slide 6 - Quiz


Deelonderwerpen



Globaal lezen
verschillende kanten (delen, aspecten) van het onderwerp.

uitgewerkt in het middenstuk


eerste en laatste zin van elke alinea lezen.


Slide 7 - Slide


[2] Natuurlijk is het goed dat we met zijn allen 80 procent minder plastic tasjes zijn gaan gebruiken. Veel van die tasjes eindigden als afval in de natuur. Dat is gevaarlijk voor dieren. Bovendien weten we nog veel te weinig van plastic afval op de heel lange termijn. Door de maatregel gaan we weloverwogen om met plastic tassen. We gebruiken ze steeds opnieuw, tot ze echt kapot zijn. Zo waren ze ooit ook bedoeld: ze werden nooit gemaakt om er een wegwerpproduct van te maken.
[3] Sinds het verbod op plastic tassen geven veel winkels, vooral kledingzaken, tegenwoordig gratis papieren of katoenen tassen weg. Die lijken immers beter voor het milieu te zijn.

Slide 8 - Slide


[4] Maar schijn bedriegt. Voor beide tassen geldt dat de productiefase een enorme uitwerking heeft. Zo is er veel land en water nodig om katoen te laten groeien. Ook komen er tractoren en andere landbouwmachines aan te pas en die gebruiken veel energie. Bovendien worden er bestrijdingsmiddelen gebruikt en tevens zijn voor het produceren van de tassen veel chemische stoffen nodig.
[5] Hetzelfde geldt voor papier. Ook daar zijn veel ruimte en middelen zoals water en chemicaliën voor nodig. Verder duurt het lang voordat de nieuw aangeplante bomen net zo groot zijn als de gekapte.

Slide 9 - Slide


2. Bij welke alinea begint het deel waarboven het kopje Beter voor het milieu? past? 




A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 10 - Quiz

Woorden en zinnen en alinea’s hangen met elkaar samen. Zo’n samenhang heet een verband. Een verband kun je herkennen aan signaalwoorden.


 
Ik moet straks eerst naar de kapper, dan moet ik ook nog een boodschap doen. Daarna kom ik nog bij je langs.
• Opsommend verband
 Dingen worden achter elkaar genoemd.
(Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, bovendien, verder, en, daarnaast, ten slotte).
Ik moet mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen.
• Tegenstellend verband
Als in de tekst tegenovergestelde woorden worden genoemd.
(Signaalwoorden: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ondanks dat, aan de ene kant…aan de andere kant).
Op de basisschool deed ik veel aan sport maar nu heb ik er bijna geen tijd meer voor.
• Toelichtend verband
 Er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. (Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou).
De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
















Slide 11 - Slide

tekstverband
wat is het?
signaalwoorden
chronologisch
De gebeurtenissen worden in de juiste tijdsvolgorde verteld.
    
vroeger, later, nu, eerst, daarna, toen, ten eerste, vervolgens, voordat, nadat, tenslotte
opsommend
dingen worden achter elkaar genoemd
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, bovendien, verder, en, daarnaast, ten slotte.
toelichtend
Er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. 
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou
tegenstellend
Als in de tekst tegenovergestelde woorden worden genoemd.
tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ondanks dat, aan de ene kant…aan de andere kant

Slide 12 - Slide


[4] Maar schijn bedriegt. Voor beide tassen geldt dat de productiefase een enorme uitwerking heeft. Zo is er veel land en water nodig om katoen te laten groeien. Ook komen er tractoren en andere landbouwmachines aan te pas en die gebruiken veel energie. Bovendien worden er bestrijdingsmiddelen gebruikt en tevens zijn voor het produceren van de tassen veel chemische stoffen nodig.
[5] Hetzelfde geldt voor papier. Ook daar zijn veel ruimte en middelen zoals water en chemicaliën voor nodig. Verder duurt het lang voordat de nieuw aangeplante bomen net zo groot zijn als de gekapte.

Slide 13 - Slide


4. Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?

 
 




A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 14 - Quiz

Tegenstellend 
verband
Chronologisch 
verband
Toelichtend
verband
Opsommend  
verband
Toch
Verder
Bijvoorbeeld
Nu
Denk aan
Ten tweede
Hoewel
Daarnaast

Slide 15 - Drag question

De hoofdgedachte van een tekst.






Precies lezen
Het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd, samengevat in één zin.

Vaak te vinden in de inleiding of het slot.
Let op: soms moet je deze zelf formuleren.


de hele tekst nauwkeurig lezen van het begin tot het eind.




Slide 16 - Slide



Het slot van een tekst
  • een conclusie
  • een korte samenvatting
  • er wordt naar de toekomst gekeken
  • er wordt aangesloten bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.

Slide 17 - Slide

[8] In een aantal Amerikaanse staten is inmiddels een verbod in het leven geroepen op het weggeven van alle soorten tassen. Dat is een goed initiatief. De 20 cent die klanten moeten betalen, zet ze aan het denken en zorgt ervoor dat ze vaker tassen van huis meenemen. Het gaat erom dat producten zo vaak mogelijk worden gebruikt. Daarom moet het verbod op gratis plastic tassen doorgetrokken worden naar alle tassen, want alleen dan zal het gebruik ervan als wegwerpproduct verder afnemen. Dat is pas echt goed voor het milieu.

Slide 18 - Slide

  • Maak de de rest van de opdrachten van de tekst.
  • We bespreken deze zo meteen of de volgende keer.
  • opdr. 3,6,7,9, 10 t/m 14

Slide 19 - Slide


5. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? 
 

 


 
 




A
De productie van plastic tassen heeft een kleinere uitwerking op het milieu dan die tassen van katoen en papier.
B
Het verbod op gratis plastic tassen moet doorgetrokken worden naar katoenen en papieren tassen.
C
Katoenen en papieren tassen lijken beter voor het milieu te zijn, maar dat is maar schijn.
D
Mensen moeten minder katoenen en papieren tassen weggooien, want dat is slecht voor het milieu.

Slide 20 - Quiz

[8] In een aantal Amerikaanse staten is inmiddels een verbod in het leven geroepen op het weggeven van alle soorten tassen. Dat is een goed initiatief. De 20 cent die klanten moeten betalen, zet ze aan het denken en zorgt ervoor dat ze vaker tassen van huis meenemen. Het gaat erom dat producten zo vaak mogelijk worden gebruikt. Daarom moet het verbod op gratis plastic tassen doorgetrokken worden naar alle tassen, want alleen dan zal het gebruik ervan als wegwerpproduct verder afnemen. Dat is pas echt goed voor het milieu.

Slide 21 - Slide