1.2 Levende wezens

1.2 Levende wezens
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Levende wezens

Slide 1 - Slide

Thema 1 Planten en Dieren
planten en dieren
Hoofdstuk 1 Waarom Biologie?
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt de 7 levenskenmerken noemen
  • uitleggen wat het verschil is tussen levend, levenloos en dood.
  • uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn en hoe deze van invloed zijn op organismen.

Slide 2 - Slide

Wat is een organisme?

Slide 3 - Slide

Organismen

Slide 4 - Slide

Organismen
  • Alle organismen hebben levenskenmerken.
  • Als iets leeft, is het een organisme
  • Wanneer een organisme geen levenskenmerken meer heeft, is het dood
  • Dingen die nooit hebben geleefd zijn levenloos

Slide 5 - Slide

Welke levenskenmerken weet je nog?

Slide 6 - Open question

Zeven levenskenmerken:
Stoffen opnemen en afgeven
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden

Slide 7 - Slide

Zeven levenskenmerken:
Reageren op de omgeving
  • waarnemen
  • bewegen

Slide 8 - Slide

Zeven levenskenmerken:
Voortbestaan
  • voortplanten
  • groeien

Slide 9 - Slide

De zeven levenskenmerken

Slide 10 - Slide

Wat zijn biotische en abiotische factoren?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Abiotische factoren
Een abiotische factor is iets in de omgeving dat 
NIET LEEFT
en 
NOOIT HEEFT GELEEFD


Slide 13 - Slide

Abiotische factoren
Bijvoorbeeld:
wind
temperatuur
water
bodem
licht


Slide 14 - Slide

Biotische factoren
Een biotische factor is iets in de omgeving, dat
LEEFT
of
NU NIET MEER LEEFT (is dood)

Slide 15 - Slide

Biotische factoren
Bijvoorbeeld:
soortgenoot,
boom
roofdier
Stuk hout

Slide 16 - Slide

Regen is een abiotische factor
A
niet waar
B
waar

Slide 17 - Quiz

Aan het werk
Huiswerk
Maak de opdrachten van 1.1 en 1.2
Kan je niet in de online methode?
Maak de opdrachten in deze LessonUp --> Extra materiaal

Slide 18 - Slide

Weet je het nog?
  1. Geef een voorbeeld van een organisme.
  2. Noem vier levenskenmerken.
  3. Geef een voorbeeld een biotische factor

Slide 19 - Slide

Extra materiaal:

Slide 20 - Slide

X
biotisch
roofdier
a biotisch
roofdier
abiotisch
zonlicht
biotisch 
zonlicht

Slide 21 - Drag question

timer
1:30
Abiotisch
Biotisch

Slide 22 - Drag question

               Abiotisch
                Biotisch

Slide 23 - Drag question

Wat is een abiotische factor?
A
Lucht
B
Concurrentie
C
Voedsel
D
Ziekteverwekkers

Slide 24 - Quiz

A-biotische factoren
Biotische factoren

Slide 25 - Drag question

Wat bedoelen we met levensverschijnselen?
A
kenmerken van levenloze dingen
B
kenmerken van het leven
C
kenmerken van de dood
D
kenmerken van dode organismen

Slide 26 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
waarnemen
C
Dood gaan
D
Stromend water

Slide 27 - Quiz

groeien is
A
Nieuwe vorm krijgen
B
Ouder worden
C
Groter en zwaarder worden
D
Groter worden

Slide 28 - Quiz

Een levend wezen.
A
orgaan
B
cel
C
biologie
D
organisme

Slide 29 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
Levenloos
C
Uitscheiden
D
Stromend water

Slide 30 - Quiz

Wat is een abiotische factor?
A
Soortgenoten
B
Voedsel
C
Schaduw
D
Ziektes

Slide 31 - Quiz

a-biotische
factor
Biotische factor

Slide 32 - Drag question

Wat is een biotische invloed voor een schaap
A
regen
B
een wolf
C
zonlicht
D
wind

Slide 33 - Quiz