This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 75 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe voel je je?
Slide 2 - Mind map
Recente successen!
Slide 3 - Mind map
Doelen voor deze dag?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
In de ochtend voor een drukke dag is het voor mij essentieel dat......
Slide 6 - Open question
Tijdens een drukke dag zorg ik ervoor dat ik......
Slide 7 - Open question
Na een drukke dag is het eerste wat ik doe...
Slide 8 - Open question
Mijn gouden tip(s) om een drukke dag door te komen is...
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaalt
Je kan controleren of je het doel hebt behaald
Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)
Slide 12 - Slide
Belangrijkst regel
Specifiek zijn
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?
Slide 13 - Slide
Specifiek
Voorkomen dat het doel vaag is.
Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
Wat wil je bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Is het een concreet doel?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Slide 14 - Slide
Meetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 15 - Slide
Acceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 16 - Slide
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Niet te moeilijk en niet te makkelijk
Slide 17 - Slide
Tijdgebonden
Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is het doel behaald?
Slide 18 - Slide
Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 19 - Quiz
Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.