What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5 Rondkomen
H5 Rondkomen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H5 Rondkomen
Slide 1 - Slide
Huishoudelijke uitgaven
Persoonlijke uitgave
Vaste uitgave
Incidentele uitgave (soms)
Boodschappen
Tanken met de auto
Nieuwe jas
Huur van een huis
Vakantie
Reparatie van de auto
Abonnement telefoon (4G)
Bioscoopkaartje
Kapper voor jezelf
Wasmiddel
Slide 2 - Drag question
Meerkeuze vragen 5.1 en 5.2
Slide 3 - Slide
Vaste lasten
A
Zijn plotselinge uitgaven
B
Zijn regelmatige uitgaven
C
Zijn bijvoorbeeld boodschappen
Slide 4 - Quiz
Vaste lasten
A
Zijn alleen per maand
B
Zijn alleen per kwartaal
C
Zijn alleen per halfjaar
D
Kunnen per maand, kwartaal en halfjaar zijn
Slide 5 - Quiz
Huishoudelijke uitgaven zijn alleen voor het huis
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Huishoudelijke uitgaven kan je ook dagelijkse uitgaven noemen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Persoonlijke uitgaven zijn kleinere uitgaven voor iemand persoonlijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Gebruiksgoederen gooi je na 1 keer gebruik weg
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Shampoo en tandpasta zijn een
A
Gebruiksgoed
B
Verbruiksgoed
Slide 10 - Quiz
Het kopen van een tweedehands auto
A
Huishoudelijke uitgave
B
Persoonlijke uitgave
C
Vaste uitgave
D
Incidentele uitgave
Slide 11 - Quiz
Bij omrekenen van weekbedrag naar maandbedrag en andersom, gebruik je
A
Als tussenstap een dag
B
Als tussenstap een kwartaal
C
Als tussenstap een jaar
D
Als tussenstap een week
Slide 12 - Quiz
€ 10 per week omrekenen naar een maand bedrag doe je zo:
A
€10 x 4
B
€10 x 52 : 12
C
€10 x 12 : 52
D
€10 x 4,3
Slide 13 - Quiz
Huishoudelijke uitgaven
Persoonlijke uitgaven
Vaste uitgaven
Incidentele uitgaven
Gebruiksgoederen
Verbruiksgoederen
boodschappen, benzine
kleding, make-up, ijsje
huur, verzekering, abo
vakantie, reparatie
meerdere keren gebruiken
1x gebruiken, gaan op
Slide 14 - Slide
5.1 + 5.2
Huishoudelijke uitgaven
voor je huishouden, meerdere keren per maand, wisselend
Vaste uitgaven
regelmatig, bijv. maandelijks, zelfde bedrag
Incidentele uitgaven
soms, vaak duur, onverwacht
Persoonlijke uitgaven
voor jezelf, meestal kleinere bedragen
Slide 15 - Slide
5.3 Sparen en interen
Een budget
= vast bedrag voor bepaalde uitgaven
'potje' voor vakantie of een 'potje' voor boodschappen
Heb je geld over dan kan je sparen, heb je tekort dan moet je van spaargeld opnemen (interen)
Slide 16 - Slide
Waarom sparen mensen?
Voor een doel
Voor de rente
Voorzorg (voor als er iets gebeurd)
Het is altijd verstandig om spaargeld te hebben voor het geval er iets onverwachts gebeurd (voorzorg)
Slide 17 - Slide
5.4 Budgetteren
Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
Opnieuw budgetteren als er
veranderingen
komen in je situatie
Hiervoor moet je soms:
bezuinigen (goedkoper of niet)
aankopen uitstellen
Slide 18 - Slide
Op welke uitgaven kan je moeilijk snel besparen?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Persoonlijke uitgaven
C
Vaste uitgaven
D
Incidentele uitgaven
Slide 19 - Quiz
Vaste uitgaven
liggen vaak vast voor de komende periode, die zijn dus
moeilijk te veranderen
.
(huur, abonnement, verzekering)
Besparen kan makkelijker op je huishoudelijke en persoonlijke uitgaven.
Of incidentele uitgaven uitstellen (vakantie)
Slide 20 - Slide
Lenen
Voordeel: Gelijk je aankoop doen!
Nadeel: rente betalen en
(terugbetalen lening gedurende langere periode)
Wat je elke maand terugbetaald aan de bank is de
termijn
Rente + aflossing per maand
Lening € 4.000
Rente € 800
Looptijd 24 maanden
Termijn is dan 4.000+800=4.800 : 24 = € 200
Slide 21 - Slide
Lening van € 6.000
Rente is 6% per jaar
Hoeveel betaal je aan rente in 1 jaar?
A
€ 600
B
€ 360
C
€ 36
D
€ 60
Slide 22 - Quiz
Anke heeft een lening voor de reparatie van haar auto en betaald hiervoor € 80 per maand aan de bank
A
Incidentele uitgaven
B
Vaste uitgaven
Slide 23 - Quiz
Levensloop
Eerste baan
Samenwonen
Kinderen krijgen
Studie van kinderen
Kinderen het huis uit
AOW en pensioen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Wat gebeurd er in de meeste gevallen met het spaargeld als mensen met pensioen gaan?
A
Stijgt
B
Blijft gelijk
C
Daalt
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
More lessons like this
H5 Rondkomen
March 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
1.3 Budgetteren moet je leren
August 2018
- Lesson with
48 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
H5 Rondkomen
January 2021
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
H5 Rondkomen
May 2023
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
2.4 Leren budgetteren
August 2018
- Lesson with
45 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.4 Leren budgetteren
August 2018
- Lesson with
47 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
H5.3 Sparen en interen
March 2024
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
H5.3 Geen tekorten meer
March 2024
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2