HV1 Leesvaardigheid 4 Activeren en amuseren

Welkom V1T



Leesvaardigheid 4
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V1T



Leesvaardigheid 4

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Maken opdr 6 en 7
  4. Leerdoelencheck / leerwerkcheck
  5. Leesvaardigheid 4 Activeren en amuseren
  6. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

5- 10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Noem een voorbeeld van een beschouwende tekst.

Slide 4 - Mind map

Waar of niet waar?
Het grote verschil tussen een informerende tekst en een overtuigende tekst zit hem in het standpunt van de schrijver.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Tip voor de volgende vraag
Kijk goed naar de titels van de teksten.

Slide 6 - Slide

informerende tekst
overtuigende tekst
beschouwende tekst

Slide 7 - Drag question

 Nakijken opdracht 4 par. 3
a De vragensteller vindt dat haar dochter van 19 gewoon moet meebetalen aan het huishouden.
b De vragensteller ondersteunt haar mening met drie argumenten: (1) haar dochter is een werkende medebewoner, (2) het bedrag dat ze vraagt is veel lager dan de huur bij een ander en (3) haar dochter kan het bedrag makkelijk betalen van haar loon.
c De dochter vindt het belachelijk dat ze moet meebetalen aan het huishouden.
d De dochter ondersteunt haar mening met twee argumenten: (1) niemand van haar vrienden hoeft iets te betalen en (2) haar moeder moet het gewoon fijn vinden dat ze bij haar wil wonen.
e De tekst is beschouwend. De schrijver beschrijft namelijk twee verschillende meningen: haar eigen mening en die van haar dochter. Hierdoor heeft de lezer de mogelijkheid om zelf een mening te vormen over het onderwerp. De schrijver maakt dit zelfs expliciet met de vraag ‘wat vindt u?’.

Slide 8 - Slide

Aan het werk
Maken H3 opdr 6 en 7 

Slide 9 - Slide

Nakijken opdr. 7a
Ja, de schrijver maakt gebruik van feiten. Namelijk:
‘Mijn vader is psycholoog in een jeugdgevangenis.’
‘Straf is gebaseerd op een vorm van angst. Als iemand bang is, ontstaan er in de hersenen
processen die voorkomen dat hij of zij nog nieuwe informatie kan verwerken.’
‘In de positieve psychologie is straf niet vaak onderwerp van studie.’
‘In de Babembastam, in het zuiden van Afrika, worden mensen die zich slecht hebben gedragen 

‘Een bekende theorie vanuit de positieve psychologie, de zelfdeterminatietheorie, zegt dat iedere
mens autonomie, verbondenheid en competentie nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn.’
‘Straffen door iemand op te sluiten in de gevangenis bestaat uit het wegnemen van vrijheid.’
‘In het boek en de serie Orange Is the New Black over een vrouwengevangenis bepalen anderen
hoe de vrouwen zich moeten kleden, wat en wanneer ze eten en wat voor werkzaamheden ze
moeten doen. De gevangenis haalt de gevangenen weg bij vrienden en familie. De gevangenen
krijgen weinig kans om competenties te gebruiken die wellicht in een oude baan of hobby wel
konden worden verwezenlijkt.’
‘De Babemba’s tasten de autonomie niet aan en herinneren de beschuldigde persoon aan zijn
competenties.’
‘Om de twee schijnbare tegengestelde werelden van de gevangenis en de positieve psychologie
samen te brengen, heb ik samen met mijn vader een onderzoek opgezet over jonge
gedetineerden en geluk. Mijn vader heeft al vijftien gevangenen geïnterviewd over hoe zij geluk
zien en over hun gevoel van autonomie, verbondenheid en competentie.’
het midden van het dorp gezet. Er wordt een kring gevormd rond de persoon en iedereen zegt
iets goeds over hem of haar. Uiteindelijk wordt de kring verbroken en wordt uitbundig gevierd en
de persoon wordt weer terug verwelkomd in de stam.’
‘Een bekende theorie vanuit de positieve psychologie, de zelfdeterminatietheorie, zegt dat iedere
mens autonomie, verbondenheid en competentie nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn.’
‘Straffen door iemand op te sluiten in de gevangenis bestaat uit het wegnemen van vrijheid.’
‘In het boek en de serie Orange Is the New Black over een vrouwengevangenis bepalen anderen
hoe de vrouwen zich moeten kleden, wat en wanneer ze eten en wat voor werkzaamheden ze
moeten doen. De gevangenis haalt de gevangenen weg bij vrienden en familie. De gevangenen
krijgen weinig kans om competenties te gebruiken die wellicht in een oude baan of hobby wel
konden worden verwezenlijkt.’
‘De Babemba’s tasten de autonomie niet aan en herinneren de beschuldigde persoon aan zijn
competenties.’
‘Om de twee schijnbare tegengestelde werelden van de gevangenis en de positieve psychologie
samen te brengen, heb ik samen met mijn vader een onderzoek opgezet over jonge
gedetineerden en geluk. Mijn vader heeft al vijftien gevangenen geïnterviewd over hoe zij geluk
zien en over hun gevoel van autonomie, verbondenheid en competentie.’

Slide 10 - Slide

‘Straffen door iemand op te sluiten in de gevangenis bestaat uit het wegnemen van vrijheid.’
‘In het boek en de serie Orange Is the New Black over een vrouwengevangenis bepalen anderen
hoe de vrouwen zich moeten kleden, wat en wanneer ze eten en wat voor werkzaamheden ze
moeten doen. De gevangenis haalt de gevangenen weg bij vrienden en familie. De gevangenen
krijgen weinig kans om competenties te gebruiken die wellicht in een oude baan etc. 

‘De Babemba’s tasten de autonomie niet aan en herinneren de beschuldigde persoon aan zijn
competenties.’
‘De Babemba’s tasten de autonomie niet aan en herinneren de beschuldigde persoon aan zijn
competenties.’
‘Om de twee schijnbare tegengestelde werelden van de gevangenis en de positieve psychologie
samen te brengen, heb ik samen met mijn vader een onderzoek opgezet over jonge
gedetineerden en geluk. Mijn vader heeft al vijftien gevangenen geïnterviewd over hoe zij geluk
zien en over hun gevoel van autonomie, verbondenheid en competentie.’

Slide 11 - Slide

Bespreken rest opdr. 7

Slide 12 - Slide

Leesvaardigheid 4: 
Activeren en amuseren

Doel: Je leert wat activerende en amuserende teksten zijn en welke doelen een schrijver hiermee heeft. 

Dus we leren deze les nog twee tekstdoelen en tekstsoorten.

Slide 13 - Slide

Activeren
Lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets gaat DOEN

Oftewel: activeren is zorgen dat je in actie komt, dat je iets gaat kopen, dat je ergens geld aan geeft, dat je ergens naartoe gaat of ergens lid van wordt. 

Slide 14 - Slide

Voorbeelden: reclameteksten, advertenties, folders, posters, verkiezingsteksten

Slide 15 - Slide

Amuseren
De schrijver van een amuserende tekst wil dat de lezer plezier beleeft aan het lezen van zijn tekst. 

Een amuserende tekst KAN helemaal verzonnen zijn, maar dat hoeft niet! 

Slide 16 - Slide

Voorbeelden: gedicht, roman, strip, column, blog

Slide 17 - Slide

Schema maken
Laptop zo pas weer nodig, draai hem met scherm naar mij.
Pak je schrift erbij en schrijf mee.
Tekstdoel Bedoeling schrijver Hoe te herkennen  Tekstsoort

Slide 18 - Slide

Pak antwoorden opdr.1 erbij
Voor de volgende vragen in Lessonup

Slide 19 - Slide

Wat is het doel?
Melk is gezond en daarom moet je het veel drinken.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel?
Als je veel melk drinkt, krijgt je lichaam de nodige calcium binnen, mar ook veel stoffen die niet goed voor je zijn.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
beschouwen

Slide 21 - Quiz

Wat is het doel?
Melk is goed voor elk.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
amuseren

Slide 22 - Quiz

Wat is het doel?
De meeste Nederlanders drinken koemelk, en geen geitenmelk.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
amuseren

Slide 23 - Quiz

Wat is het doel?
De koe is een merkwaardig beest, wat er ook in haar geest moge zijn, haar laatste woord is altijd: boe.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
amuseren

Slide 24 - Quiz

Wat is het doel?
Knalaanbiedingen bij vuurwerkshop De Voetzoeker!
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 25 - Quiz

Wat is het doel?
Je bent een rund als je met vuurwerk stunt.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 26 - Quiz

Wat is het doel?
Vuurwerk is gevaarlijk en moet daarom verboden worden.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
overtuigen

Slide 27 - Quiz

Wat is het doel?
Aan de ene kant is het afsteken van vuurwerk een mooie traditie, maar al dat afval is erg slecht voor het milieu.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
overtuigen

Slide 28 - Quiz

Wat is het doel?
In 2017 gaven Nederlanders samen zo'n 68 miljoen euro aan vuurwerk uit.
A
informeren
B
activeren
C
beschouwen
D
overtuigen

Slide 29 - Quiz

Opdracht maken
  • Maak opdracht 2 op pagina 19 van je boek. 
  • Je krijgt voor het maken van deze opdracht 10 minuten de tijd, daarna bespreken we de antwoorden. 
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen.
timer
10:00

Slide 30 - Slide

Opdracht 2 nakijken
a Met ‘Magere Hein’ wordt de dood bedoeld.
b De grap van het gedicht is dat de tuinman denkt dat Magere Hein hem in de tuin komt ‘halen’ (dat hij daar zal sterven). Daarom vlucht hij naar Winterswijk. Maar aan het eind blijkt dat Magere Hein de tuinman juist in Winterswijk gaat halen.
c Bijvoorbeeld: De tekst is leuk om te lezen, omdat deze in dichtvorm is opgesteld en een vast ritme (metrum) bevat. Het heeft een verrassing, een grap waaraan de lezer plezier kan hebben.

Slide 31 - Slide

Bespreken opdr. 3
Fijn als je meedoet! Steekje vinger even op als je iets wilt zeggen

Slide 32 - Slide

Welke vijf tekstdoelen heb je afgelopen weken geleerd?

Slide 33 - Mind map

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 34 - Mind map

Wat zijn de
twee tekstdoelen?
A
activeren en amuseren
B
overtuigen en amuseren
C
beschouwen en amuseren
D
informeren en amuseren

Slide 35 - Quiz

Bespreken opdr. 5
Fijn als je meedoet! Steek wel even je hand op

Slide 36 - Slide

Oefenen opdr. 6
Maak par. 4, opdr. 6.
Tijd: 10 min.
Zo bespreken

Slide 37 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
  Volgende les: woensdag 20 september
  • Huiswerk:  leren p. 10, 14 en 18 EN schema
  • Meenemen: leesboek, boek, pen, schrift en LAPTOP
  • Programma: leesvaardigheid 2, 3 en 4

Slide 38 - Slide