leestekens

Onno zei Danine heeft afgezegd voor vanavond. Maak met leestekens van bovenstaande zin twee zinnen met een verschillende betekenis.
timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Onno zei Danine heeft afgezegd voor vanavond. Maak met leestekens van bovenstaande zin twee zinnen met een verschillende betekenis.
timer
5:00

Slide 1 - Open question

H3b
Goedemorgen!

Slide 2 - Slide

planning
- startopdracht
- huiswerkcontrole
- leerdoel
- uitleg + oefeningen leestekens
- aan de slag
- terugkoppeling
- huiswerk

Slide 3 - Slide

huiswerkcontrole
- proberen om te differentiëren
- niet iedereen werkt serieus
- opgaven van vorig jaar
- klaarzetten duurt even

Slide 4 - Slide

leerdoel
Je leert lastige leestekens (komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntkomma) te gebruiken.

Slide 5 - Slide

komma
* voor of na een aanspreking
* tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
* tussen twee persoonsvormen
* tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn
* voor en achter een bijstelling

Slide 6 - Slide

Plaats de komma('s) op de juiste plek in deze zin:

Maud wil jij mij de boter aangeven?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

komma
* voor of na een aanspreking
* tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
* tussen twee persoonsvormen 
* tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn
* voor en achter een bijstelling 

Slide 8 - Slide

Plaats de komma('s) op de juiste plek in deze zin:

Omdat de kraan lekt heb ik de loodgieter gebeld.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

komma
* voor of na een aanspreking
* tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
* tussen twee persoonsvormen
* tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn
* voor en achter een bijstelling

Slide 10 - Slide

dubbele punt
* een citaat (directe rede)
* een gedachte (let op: bij een gedachte gebruik je geen  
   aanhalingstekens)
* een opsomming
* een uitleg of toelichting

Slide 11 - Slide

Plaats de dubbele punt op de juiste plek in de zin:

Helaas gaat de picknick morgen niet door het wordt slecht weer.
timer
1:00

Slide 12 - Open question

dubbele punt
* een citaat (directe rede)
* een gedachte (let op: bij een gedachte gebruik je geen  
   aanhalingstekens)
* een opsomming
* een uitleg of toelichting

Slide 13 - Slide

Plaats de dubbele punt op de juiste plek in de zin:

Toen Luna naar buiten keek, dacht ze ik wacht wel tot de bui over is.
timer
1:00

Slide 14 - Open question

dubbele punt
* een citaat (directe rede)
* een gedachte (let op: bij een gedachte gebruik je geen  
   aanhalingstekens)
* een opsomming
* een uitleg of toelichting

Slide 15 - Slide

aanhalingstekens
* bij citaten 
* als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis
* als het woord op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) 
   gebruikt wordt

Slide 16 - Slide

Plaats de aanhalingstekens op de juiste plek in de zin:

Fiets je mee? , vroeg Dieke aan Cas.
timer
1:00

Slide 17 - Open question

aanhalingstekens
* bij citaten 
* als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis
* als het woord op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) 
   gebruikt wordt

Slide 18 - Slide

Plaats de aanhalingstekens op de juiste plek in de zin:

De agent zei dat hij die lieve jongen wel zou inrekenen.
timer
1:00

Slide 19 - Open question

aanhalingstekens
* bij citaten 
* als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis
* als het woord op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) 
   gebruikt wordt

Slide 20 - Slide

puntkomma
* tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan 
   losse zinnen
* als afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die 
   onder elkaar staan.

Slide 21 - Slide

Plaats de puntkomma op de juiste plek in de zin:

Sep heeft een baantje in het zwembad hij wil later badmeester worden.
timer
1:00

Slide 22 - Open question

puntkomma
* tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan 
   losse zinnen
* als afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die 
   onder elkaar staan.

Slide 23 - Slide


Bij het organiseren van een kinderfeestje is het van belang om te weten:

hoeveel kinderen er komen
wat een en ander mag kosten
wat de kinderen leuk vinden
wanneer het plaats moet vinden


Slide 24 - Slide


Bij het organiseren van een kinderfeestje is het van belang om te weten:

hoeveel kinderen er komen;
wat een en ander mag kosten;
wat de kinderen leuk vinden;
wanneer het plaats moet vinden.


Slide 25 - Slide

AAN DE SLAG
vragen?
maken: NN online hfst. 5 opdracht 1 & 2

Slide 26 - Slide

TERUGKOPPELING
Welk(e) leesteken(s) weet je nu beter te gebruiken?
komma
dubbele punt
aanhalings-tekens
puntkomma

Slide 27 - Poll

TERUGKOPPELING
Welk(e) leesteken(s) vind je nog lastig om te gebruiken?
komma
dubbele punt
aanhalings-tekens
puntkomma

Slide 28 - Poll

BEDANKT
voor jullie aandacht en tot morgen!

Slide 29 - Slide