Skills

Skills W7
Quiz
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Skills W7
Quiz

Slide 1 - Slide

Welke greep hanteer je als je een slachtoffer verplaatst naar een veilige plek?
A
Rautek
B
Schouder -arm greep
C
Routek
D
Arm schouder greep

Slide 2 - Quiz

Wanneer spreek je van onderkoeling?
A
Lichaamstemperatuur onder de 36
B
Lichaamstemperatuur onder de 35,5
C
Lichaamstemperatuur onder de 35
D
lichaamstemperatuur onder de 34

Slide 3 - Quiz

Waarom mag je iemand niet douchen bij ernstige onderkoeling?
A
Bloedvaten verwijden waardoor de bloeddruk te snel zakt
B
Bloedvaten gaan dichtzitten waardoor de bloeddruk te snel zakt
C
bloedvaten verwijden waardoor de bloeddruk stijgt
D
bloedvaten gaan dichtzitten waardoor de bloeddruk te snel zakt

Slide 4 - Quiz

Waardoor kan onderkoeling ontstaan?

Slide 5 - Open question

Hoelang mogen borstcompressies maximaal worden onderbroken
A
10 sec
B
10 min
C
5 sec
D
s min

Slide 6 - Quiz

Wanneer spreken we van oververhitting?
A
lichaamstemperatuur boven de 39
B
lichaamstemperatuur boven de 39,5
C
lichaamstemperatuur boven de 40,5
D
lichaamstemperatuur boven de 40

Slide 7 - Quiz

Waar staat AED voor?

Slide 8 - Open question

Welke greep hanteer je bij verslikking?

Slide 9 - Open question

Noem drie symptomen die kunnen wijzen op een vergiftiging.

Slide 10 - Open question

Waar start je mee als je gaat reanimeren?

Slide 11 - Open question

Met welke handeling open je de luchtweg

Slide 12 - Open question

ABCDE-methode


Je kan de vitale functies gestructureerd beoordelen met de ABCDE methode

Slide 13 - Slide

A: airway (luchtweg)
B: breathing (de ademhaling)
C: circulation (de circulatie)
D: disability (het bewustzijn)
E: exposure (de blootstelling)

Slide 14 - Slide

A: luchtweg geblokkeerd
  • niet ademt
  • niet kan spreken
  • hoest
  • gierende ademhaling heeft
  • een blauwe, rode of paarse verkleuring van de huid heeft
  • hulpademhalingsspieren gebruikt
  • letsel in het aangezicht heeft
  • bloed, braaksel of voorwerpen in de mond of keelholte heeft 

Slide 15 - Slide

B: bedreigde ademhaling
  • de ademfrequentie onder de 12 of boven de 20 per minuut
  • de afwezigheid van ademhaling
  • het gebruik van de hulpademhalingsspieren
  • een scheve of verschoven luchtpijp
  • blauwe, rode of paarse verkleuring van de huid
  • een opgezwollen helft van de borst die niet meedoet met de ademhaling 

Slide 16 - Slide

C: alarmsyptomen van de circulatie
  • een hartfrequentie hoger dan 120 of lager dan 60 slagen per minuut
  • een vertraagde capillaire refill (langer dan 2 sec)
  • afwezigheid van bloeddruk of een voelbare hartslag in de pols
  • ernstig bloedverlies
  • tekenen van shock
  • pijn op de borst 

Slide 17 - Slide

D: het bewustzijn
bewustzijn controleren met met de AVPU-schaal
Alert: wakker en goed aanspreekbaar
Vocale stimuli: reageert op aanspreken
Pijnlijke stimuli: reageert op toegediende pijnprikkel
Unresponsive: reageert helemaal niet

Slide 18 - Slide

D: bewustzijn symptomen van onrust/verwardheid

  • hoofdpijn, misselijk of braken
  • uitval van gevoel of motoriek in de armen of benen
  • afwezigheid van het bewustzijn of een dalend bewustzijn
  • verschil in pupilgrootte
  • tekenen van een dwarslaesie
  • langdurig geheugenverlies 

Slide 19 - Slide

E: blootstelling voorbeelden
  • de lichaamstemperatuur (onderkoeling of oververhit)
  • botbreuken, wonden of kneuzingen
  • zwelling of oedeem
  • huidafwijkingen, zoals verkleuring of symptomen die kunnen duiden op een allergische reactie 

Slide 20 - Slide