Woordenschat H1 uitdrukkingen

Uitdrukkingen H1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Uitdrukkingen H1

Slide 1 - Slide

Welke uitdrukking hoort er bij...
niet soepel

Slide 2 - Open question

Wat betekent:
schots en scheef ?

Slide 3 - Open question

Met hangen en wurgen betekent.....
A
alles kapot slaan
B
ergens de weg niet kennen
C
met veel moeite
D
zomaar

Slide 4 - Quiz

Welke uitdrukking past hier? In mijn nieuwe wijk kon ik in het begin niet eens een winkel vinden.

Slide 5 - Open question

Welke uitdrukking past bij dit plaatje?

Slide 6 - Open question

Huis en haard verlaten
A
Alles achterlaten wat je bezit
B
Je geboortehuis verlaten
C
Verhuizen
D
Overstappen op centrale verwarming

Slide 7 - Quiz

1. Alles goed en ___

Slide 8 - Open question

2. Alles kort en _____ slaan.

Slide 9 - Open question

3. Bont en _____

Slide 10 - Open question

4. Met horten en ______.

Slide 11 - Open question

5. Te hooi en te ____.

Slide 12 - Open question

6. Zonder slag of _____.

Slide 13 - Open question

1. Alles goed en wel.
A
Alles vernielen
B
Dat kan zo zijn (maar)
C
Openlijk
D
Zonder tegenstand

Slide 14 - Quiz

2. Bont en blauw
A
Alles achterlaten wat je bezit.
B
Alles vernielen
C
Met zeer grote moeite
D
Zwaar toegetakeld

Slide 15 - Quiz

3. Te hooi en te gras
A
Allergie
B
Veel tegelijk aan het doen
C
Zo nu en dan
D
Zonder enige regelmaat

Slide 16 - Quiz

Klaar....?
Pak een woordenboek. Zoek zo snel mogelijk de juiste uitdrukkingen bij de volgende betekenissen....

Slide 17 - Slide

kannen
Het goed geregeld en voor elkaar hebben.

Slide 18 - Slide

toeten
Er helemaal niets van weten of begrijpen.

Slide 19 - Slide

vuur
Heel erg verliefd of enthousiast zijn.

Slide 20 - Slide

have
alle bezittingen

Slide 21 - Slide

mitsen
veel bezwaren hebben

Slide 22 - Slide

pracht
ontzettend mooi met veel versieringen

Slide 23 - Slide

vijven
na veel getreuzel

Slide 24 - Slide

Schrijf de uitdrukkingen in je schrift. De betekenis staat op blz. 25 opdracht 3 in je boek.
1 Goed geregeld en voor elkaar - in kannen en kruiken
2 Er helemaal niets van weten of begrijpen - van toeten noch blazen weten
3 Heel erg verliefd of enthousiast zijn - in vuur en vlam staan
4 alle bezittingen - have en goed
5 veel bezwaren - mitsen en maren
6 ontzettend mooi met veel versieringen - pracht en praal
7 na veel getreuzel - na veel vijfen en zessen

Slide 25 - Slide