Schrijf de uitdrukkingen in je schrift. De betekenis staat op blz. 25 opdracht 3 in je boek.
1 Goed geregeld en voor elkaar - in kannen en kruiken
2 Er helemaal niets van weten of begrijpen - van toeten noch blazen weten
3 Heel erg verliefd of enthousiast zijn - in vuur en vlam staan
4 alle bezittingen - have en goed
5 veel bezwaren - mitsen en maren
6 ontzettend mooi met veel versieringen - pracht en praal
7 na veel getreuzel - na veel vijfen en zessen