Taalverzorging D

Taalverzorging voltooid en onvoltooid deelwoord
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Taalverzorging voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Programma
-Huiswerk controleren + nakijken
10 min
-Herhalen persoonsvorm schrijven
5 min
-Voltooid en onvoltooid deelwoord
15 min
-Zelfstandig oefenen
45 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat de regels zijn voor het spellen van het voltooid en onvoltooid deelwoord. 
  • Je kan in een zin een passende vorm van het voltooid en onvoltooid deelwoord invullen.
  • Je kan bijzonderheden in de spelling van het voltooid en onvoltooid deelwoord uitleggen. 
  • Je kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de spelling van het voltooid en onvoltooid deelwoord. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van Taalverzorging C.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Slide

(vergissen) u zich ook wel eens met werkwoordspelling?

Slide 5 - Open question

Werkwoordspelling:
De hardrijder is (bekeuren).

Slide 6 - Open question

WERKWOORDSPELLING
[verbazen]
Dat heeft me altijd __________.

Slide 7 - Open question

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Soms kan er meer veranderen in de spelling van de persoonsvorm. 
-Ik
-Jij achter persoonsvorm
Hele werkwoord -en.
Ik fiets het liefst samen.
Fiets jij altijd alleen?
-Jij voor de persoonsvorm
-Hij/zij/het
Hele werkwoord -en +t.
Zij fietst altijd met haar broer. 
Jij wordt nooit moe van fietsen. 
-Wij/jullie/zij
Hele werkwoord. 
Jullie fietsen te snel. 
Wij worden niet snel moe. 
Korte klank met twee dezelfde medeklinkers --> een verdwijnt.
Pakken - ik pak - jij pakt
Bestellen - ik bestel - jij bestelt
Als een werkwoord -en eindigt op één medeklinker, dan verdubbelt de klinker zodat de klank lang blijft.
Raken - ik raak - jij raakt
Bespelen - ik bespeel - jij bespeelt
Z verandert in s, v verandert in f. 
Kiezen - ik kies - jij kiest
Proeven - ik proef - jij proeft

Slide 8 - Slide

Werkwoordspelling verleden tijd
Zwakke werkwoorden
Ik/jij/hij/zij/het
Hele werkwoord -en + te/de
Ik fietste langzaam.
Het regende de hele dag.
Wij/jullie/zij
Hele werkwoord - en + ten/den
We lachten ons kapot. 
Ze belandden in het water. 
Sterke werkwoorden
Veranderen van klank
o --> ie
ij --> ee
i --> o
e --> a
lopen --> liep
schrijven --> schreef
beginnen --> begon
lezen --> las

Slide 9 - Slide

Wat is het werkwoord in de slogan "steeds verrassend, altijd voordelig"?

Slide 10 - Open question

Voltooid deelwoord
Handeling is gebeurd of gedaan. Vaak gepaard met hebben, zijn of worden. 

Schrijf zo kort en eenvoudig mogelijk.
Ik had nog nooit zo ver gelopen. 
Maak langer om te horen of je een -t of -d schrijft. 
Vannacht zijn er twee bomen omgewaaid
Het dak heeft gelekt. 
Gebruik de regel van 't ex-kofschip.
Zie hierboven. 
Geen extra voorvoegsel.
Je had me toch niet geloofd. 
Scheidbare werkwoorden.
Moet werkwoordspelling worden afgeschaft?
Soms ge- .ervoor bij samengestelde werkwoorden die niet scheidbaar zijn. 
Op dat terrein heb ik gehandbald
Trema bij klinkerbotsing. 
Die opmerking heeft hem nogal geërgerd

Slide 11 - Slide

Onvoltooid deelwoord
Handeling is nog bezig. Te herkennen aan -nde.

Hele werkwoord +d.
Fluitend won ze de wedstrijd. 
Uit het niets opdoemend kwam de boot recht op ons af. 
Soms hele werkwoord +de.
Leraar zijnde wil je het goede voorbeeld geven. 
Al pratende vergaten ze de tijd. 

Slide 12 - Slide

Samen oefenen
Het updaten van mijn telefoon is helaas niet helemaal goed .... (gaan). 
De spits heeft drie grote kansen ... (missen). 
Er wordt nog steeds ... (zoeken) naar een goede bassist voor de band. 
De bosbrand werd gelukkig snel ... (doven). 
De mannen waren bijna vanaf de pier in het water .... (plonzen). 
Afgelopen weekend hebben we lekker lang ... (lanterfanten). 

Slide 13 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf D, voltooid en onvoltooid deelwoord, opdracht  4, 6, 7, 8 en 9. 
Hoe?
Oefenboek blz 114-115.
Handboek blz 182.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk gisteren, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 

Slide 14 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat de regels zijn voor het spellen van het voltooid en onvoltooid deelwoord.

Je kan in een zin een passende vorm van het voltooid en onvoltooid deelwoord invullen.
Je kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de spelling van het voltooid en onvoltooid deelwoord.
Je kan bijzonderheden in de spelling van het voltooid en onvoltooid deelwoord uitleggen. 

Slide 15 - Drag question