Tandheelkunde conserveren les 6

Tandheelkunde conserveren 
Les 6
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Tandheelkunde conserveren 
Les 6

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
Lesweek 1: 5.1 Inleiding + 5.2 Conserverende tandheelkunde.
Lesweek 2: 5.3 Periodiek mondonderzoek + 5.4.1 Preparatie van de caviteit.
Lesweek 3: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 1.
Lesweek 4: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 2.
Lesweek 5: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 1.
Lesweek 6: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 2.
Lesweek 7: 5.5.2/3 Preparatie voor en restauratie met glasionomeer en compomeer + 5.6 Esthetische tandheelkunde.
Lesweek 8: Toets
Lesweek 9: Verhuizing naar leerpark, vrij.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de procedure voor het aanbrengen van matrixen en wiggen.
  • Je kent de verschillende matrixsystemen.
  • Je weet in welke situatie je op welke plaatsen matrixen en wiggen aan moet brengen.
  • Je kent de procedure van het afwerken en polijsten van een restauratie. 

Slide 3 - Slide

Toets
  • Theorietoets.
  • Op It's Learning.
  • Open vragen en meerkeuzevragen.
  • In week 8, dus volgende week!

Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les
  • Bedankt voor het inleveren van jullie vragen! 
  • Deze zijn verwerkt in quizvragen.
  • Daarmee kijken we terug op vorige les.

Slide 5 - Slide

Het openen van de preparatie wordt gedaan met:
A
Airrotor en excaveerboor
B
Groen hoekstuk en vlamvormige diamantboor
C
Rood hoekstuk en excaveerboor
D
Airrotor en rechte diamantboor

Slide 6 - Quiz

Wat is excaveren?

Slide 7 - Open question

Hoe noem je het afgeschuinde deel van de preparatie om meer oppervlak te krijgen voor de hechting van composiet?
A
Bevel
B
Beerval
C
Boeven
D
Bever

Slide 8 - Quiz

Hoe leg je een preparatie droog in de onderkaak?

Slide 9 - Open question

Wat is rubberdam?

Slide 10 - Open question

Vragen?
  • Tot zover de terugkoppeling naar vorige les.
  • Zijn er nog vragen over de lesstof van vorige week of de weken ervoor? 

Slide 11 - Slide

Waarom gebruik je een matrix bij het maken van een vulling?

Slide 12 - Open question

Matrix
  • Bandje of stripje wat rondom het element wordt aangebracht om de approximale vlakken (mesiaal/distaal) van een vulling vorm te kunnen geven. 
  • Is dus niet nodig bij een klasse I restauratie.
  • Zijn van metaal of kunststof.
  • Bij premolaren en molaren metaal.
  • Bij incisieven en cuspidaten vaak transparante kunsstof.
  • Er zijn verschillende systemen.

Slide 13 - Slide

Waarom wordt er bij een voortand vaak een kunststof transparant stripje gebruikt?

Slide 14 - Open question

Matrixsystemen
  • Automatrix: ronde metalen bandjes.
  • Verschillende maten.
  • Wordt aangedraaid met een spanner.
  • Na gebruik wordt het bandje met een speciale tang losgeknipt. 

Slide 15 - Slide

Matrixsystemen
  • Matrixspanner/tofflemire.
  • Van een metalen strip wordt een lus gemaakt.
  • Dan wordt de strip is een spanner geplaatst. 
  • De matrix wordt om het element aangebracht.
  • Daarna wordt de matrix strak gespannen door te draaien aan de spanner.
  • De spanner blijft in de wang dus is minder comfortabel voor de patient.

Slide 16 - Slide

Matrixsystemen
  • Metalen schildjes/contactmatrix.
  • Niervormige metalen schildjes.
  • Er zijn verschillende maten schildjes.
  • Wordt mesiaal en/of distaal geplaatst.
  • Wordt vastgeklemd met een ring.
  • Deze ring wordt met een tang in de mond geplaatst. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Transparant stripje
  • Is van kunststof (celluloid).
  • Wordt gebruikt bij vullingen in voortanden.
  • Voordeel: laat het licht van de uithardingslamp goed door.

Slide 19 - Slide

Waarom wordt er bij een matrix of stripje ook een wig gebruikt?

Slide 20 - Open question

Wiggen
  • Houten of kunststof driehoekje.
  • Houdt de matrix of het stripje op zijn plaats.
  • De preparatie wordt er goed mee afgesloten dus er kan geen vulmateriaal in de interdentale ruimte lopen.
  • De vulling loopt mooi over op het element.
  • Drukt de elementen iets uit elkaar waardoor er een goed contactpunt tussen de elementen ontstaat.
  • Drukt tegen het tandvlees waardoor eventuele bloeding minder wordt.

Slide 21 - Slide

Er is één universele maat wiggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wiggen
  • Er zijn verschillende maten wiggen.
  • Bij een grotere interdentale ruimte gebruik je een grotere wig. 
  • De wig heeft dezelfde vorm als de interdentale ruimte.
  • De rechte kant wordt wijst naar het tandvlees.
  • Na het plaatsen van de wig wordt gecontroleerd of de matrix goed aansluit. Als het contactpunt nog niet helemaal mooi is dan wordt de matrix met een ash 49 wat boller gemaakt.
  • Dit boller maken noem je bruneren.

Slide 23 - Slide

Opdracht
  • Maak de opdracht matrixen en klassen van caviteiten.
  • De docent deelt deze uit.
  • We kijken gezamenlijk na.

Slide 24 - Slide

Procedure
  • Na het droogleggen en het aanbrengen van de matrix en wiggen worden er ets, primer en bonding aangebracht.
  •  Daarna wordt de caviteit opgevuld met composiet.
  • Grote caviteiten worden in meerdere laagjes opgevuld omdat er anders teveel krimpspanning is.
  • De composiet wordt per laagje uitgehard met de uithardingslamp.
  • Het uitharden noem je polymeriseren.

Slide 25 - Slide

Afwerken restauratie
  • Na het uitharden van de laatste laag kunnen de matrix en wiggen verwijderd worden.
  • Meestal wordt interdentaal na het verwijderen van de matrix nog een keer uitgehard. Licht gaat namelijk niet door het metaal heen.
  • Daarna wordt het teveel aan composiet weggehaald met een sonde of scaler, interdentaal met een schuurstripje.
  • De preparatie wordt nu in een mooie vorm geslepen. Dit gebeurt met een airrotor of rood hoekstuk  met daarin een extra fijne peer- of vlamvormige boor.
  • Ook de overgang van de vulling naar het element wordt mooi gladgemaakt.
  • Dit is belangrijk want overal waar haakjes en hakkeltjes zitten, is het lastiger om schoon te houden en hecht sneller bacteriën aan.

Slide 26 - Slide

Hoe wordt gecontroleerd of de vulling de juiste hoogte heeft?

Slide 27 - Open question

Hoogte controleren
  • De patiënt moet met de nieuwe vulling goed kunnen kauwen en dichtbijten.
  • Dit noem je de controle van occlusie en articulatie.
  • Hiervoor gebruik je een blauw (articulatie) papiertje in een speciale (miller) pincet.
  • De patiënt bijt op het papiertje dicht en schuift met de elementen heen en weer.
  • Waar blauwe puntjes op de vulling zitten, is het nog te hoog en moet het ingeslepen worden. 

Slide 28 - Slide

Waarom wordt een vulling gepolijst?

Slide 29 - Open question

Polijsten vulling
  • Tot slot wordt de vulling gepolijst.
  • Dit gebeurt met speciale aluminiumoxide schijfjes of points in een langzaamdraaiend hoekstuk. 
  • Vaak worden bij (pre) molaren points gebruikt en in het front schijfjes.
  • Van grof naar fijn om tot hoogglans te komen.
  • Doel: verminderen van plaqueretentie, voorkomen van uitbreken vuldeeltjes, glad gevoel, mooier resultaat.

Slide 30 - Slide

Zijn de lesdoelen behaald en heb je de lesstof begrepen?
Ik moet het nog een keertje nalezen.
Ik heb de lesstof onder de knie.
Ik snap het niet helemaal.
Goede uitleg maar ik heb nog vragen.

Slide 31 - Poll

Huiswerk
  • Lees als naslagwerk de theorie uit het boek tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten.
  • Hoofdstuk 5.5 blz. 135 t/m 5.5.1 blz. 139.

Slide 32 - Slide