This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Mevrouw A krijgt medicatie krijgen via het infuus. De medicatie is opgelost in 500 ml en moet gegeven worden in 50 minuten. (1 ml = 18 druppels)
Slide 4 - Open question
Meneer B krijgt 300 ml sondevoeding. De voeding wordt in 1,5 uur tijd gegeven. (1 ml = 16 druppels) Wat is de druppelsnelheid per minuut? (Rond af op hele druppels)
Slide 5 - Open question
Meneer C krijgt 1,5 liter glucose-oplossing 5% in 5 uur tijd.
Wat is de druppelsnelheid per minuut?
Slide 6 - Open question
Meneer van Q krijgt een infuus met NaCl 0,9 %. Het infuus loopt 30 druppels per minuut. (1 ml = 20 druppels) Hoeveel ml heeft Meneer gekregen na 10 uur?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Mevrouw Z krijgt medicatie via een spuitenpomp. Deze loopt 60 ml in 6 uur tijd.
Op welke stand moet de pomp staan?
Slide 9 - Open question
De spuitenpomp van meneer G staat op stand 5,2 en in de spuit zit 26 ml.
Na hoeveel uur is de spuit leeg?
Slide 10 - Open question
Meneer J ligt in het ziekenhuis. Hij krijgt extra vocht via een venflon. De verpleegkundige zet de pomp van zijn infuus op stand 50.
Hoeveel minuten duurt het 150 ml in te laten lopen? (Afronden op hele minuten)
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml van een 6%-oplossing?
Slide 14 - Open question
Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml van een 23%-oplossing?
Slide 15 - Open question
Hoeveel mg is er opgelost in een 1% oplossing bij 20 ml?
Slide 16 - Open question
Hoeveel mg zit er opgelost in 4 ml van een 7%-oplossing?