3T DINSDAG 14 JAN. 2020

3T DINSDAG 14 JANUARI
  • nabespreken Lezen Test Jezelf H1, 2, 3
  • maken stencils signaalwoorden/tekstverbanden
  • nakijken stencil 
  • LESSONUP QUIZJE LEZEN!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3T DINSDAG 14 JANUARI
  • nabespreken Lezen Test Jezelf H1, 2, 3
  • maken stencils signaalwoorden/tekstverbanden
  • nakijken stencil 
  • LESSONUP QUIZJE LEZEN!

Slide 1 - Slide

1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie

Slide 2 - Drag question

2. Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden?
omdat, immers, namelijk
A
opsommend tekstverband
B
uitleggend teksverband
C
redengevend tekstverband
D
concluderend tekstverband

Slide 3 - Quiz

5. De hoofdgedachte van een tekst:
A
Je zoekt het onderwerp en dan heb je ook de hoofdgedachte
B
hoofdgedachte is hetzelfde als het onderwerp
C
Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt verteld??

Slide 4 - Quiz

3. Wat is de meest voorkomende tekstopbouw?
A
driedeling: inleiding - uitleg - slot
B
tweedeling: inleiding - slot
C
tweedeling: inleiding - kern
D
driedeling: inleiding - kern - slot

Slide 5 - Quiz

4. Welke signaalwoorden horen bij een concluderend tekstverband?
A
dus, dan ook, de slotsom is
B
dan ook, bovendien, concluderend, dus
C
dus, want, concluderend, hieruit volgt
D
hieruit volgt, met andere woorden, dus, dan ook

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor 'manier van lezen' is:
A
leesmanier
B
dyslexie
C
lerend lezen
D
leesstrategie

Slide 7 - Quiz

Je wil antwoord vinden op je vragen.
A
nauwkeurig lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 8 - Quiz

De betrouwbaarheid van een artikel nagaan
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 9 - Quiz

Een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen =
A
studerend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
verkennend lezen
D
zoekend lezen

Slide 10 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij 'tekstopbouw'?
A
driedeling
B
tekststructuur
C
indeling in inleiding, kern en slot
D
tweedeling

Slide 11 - Quiz

Welke vier leesstrategieën heb je geleerd?
A
studerend, verkennend, zoekend en nauwkeurig
B
zoekend, grondig, verkennend en studerend
C
oriënterend, nauwkeurig, studerend en verkennend
D
nauwkeurig, zoekend, grondig en oriënterend

Slide 12 - Quiz


  • TOELICHTING 'LEGE' STUDIEPLANNER H4!

Slide 13 - Slide

alvast opgeven: PTA Woorden H3, 4 + E-pack H3, 4 [1x n]

H3.7 helemaal

H4.7 helemaal

woordtrainer H3 (100 woorden)

woordtrainer H4 (100 woorden)

OPBOUW VAN ELKE LES NEDERLANDS DEZE PERIODE:

05 min: zelf opstarten en aan de slag                          GEEN OORTJES

10 min: vragen stellen, uitleg                   evt. hulp aan tafel!                         

______________________________________________________________

15 min: STILTEKWARTIER                                        WEL OORTJES

 _____________________________________________________________

20 min: 'uitwerktijd' , controle door docent                   WEL OORTJES

WEEK 6: VRIJDAG 7 FEBRUARI:  PTA WOORDEN H3, 4 + E-PACK 3, 4!
  • Paragraaf af? NAKIJKEN met andere kleur middels nakijkboekje (op mijn bureau)
  • In de laatste 20  min. niet meer dan 3 leerlingen tegelijk bij mijn bureau graag!
  • Op de vrijdag lijkt het het ideale moment om de woordtrainer te doen... Je kunt dan zelf een laptop lenen.


timer
15:00

Slide 14 - Slide