What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
feiten, meningen, argumenten
feiten, meningen, argumenten
Hoofdstuk 3
Maar eerst even herhalen...
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
18 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
feiten, meningen, argumenten
Hoofdstuk 3
Maar eerst even herhalen...
Slide 1 - Slide
Herhalen theorie H1+H2
Slide 2 - Slide
Noteer vijf tekstverbanden
(van de 9 op blz 40-41)
Slide 3 - Open question
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij horen bij het tekstverband:
A
reden
B
vergelijking
C
doel-middel
D
voorwaarde
Slide 4 - Quiz
Waarmee, zodat, om ...te, door middel van, met behulp van horen bij het tekstverband:
A
reden
B
vergelijking
C
doel-middel
D
voorwaarde
Slide 5 - Quiz
want, omdat, namelijk, immers
horen bij het tekstverband:
A
reden
B
vergelijking
C
doel-middel
D
voorwaarde
Slide 6 - Quiz
Waarom moet je bij een vraag over de hoofdgedachte altijd kijken naar de vraag over het onderwerp vd tekst?
Slide 7 - Open question
Letterlijk herhalen van wat iemand gezegd of geschreven heeft, heet:
A
overtuigen
B
citeren
C
herhalen
D
argumenteren
Slide 8 - Quiz
Theorie H3
FEIT
MENING
ARGUMENT
Slide 9 - Slide
FEIT
controleerbaar - iets wat waar is
Slide 10 - Slide
MENING / STANDPUNT
iets wat iemand vindt
Je kunt het ermee eens of oneens zijn
Slide 11 - Slide
MENING / STANDPUNT
je herkent de mening vaak aan signaalwoorden als:
ik vind
volgens ons/mij
mijn mening is
Slide 12 - Slide
INSTINKER
Let op: als iemand wordt geciteerd die een mening geeft, dan kan het weer een feit zijn dat hij die mening heeft.
het is dus een feit dat Alcaraz het racket fantastisch vond
Slide 13 - Slide
Feit of mening?
Jan werkt erg hard.
A
feit
B
mening
Slide 14 - Quiz
Ander woord voor mening
A
Opinie
B
Standpunt
Slide 15 - Quiz
Feit of mening?
Sigaretten bevatten nicotine en teer.
A
Feit
B
Mening
Slide 16 - Quiz
Staat hier een feit, of mening?
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
Slide 17 - Quiz
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 18 - Quiz
Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 19 - Quiz
Als je vertelt wat je van iets vindt. Dan is dat een feit of mening?
A
Feit
B
Mening
Slide 20 - Quiz
"levensgevaarlijk dus!"
Feit of mening?
A
Feit
B
Mening
Slide 21 - Quiz
De minister van defensie vond de uitspraak van Trump levensgevaarlijk.
Feit of mening?
A
Feit
B
Mening
Slide 22 - Quiz
Feit of mening?
A
mening
B
feit
Slide 23 - Quiz
Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening
Slide 24 - Quiz
Feit of mening?
De Dam is het mooiste plein van Amsterdam.
A
feit
B
mening
Slide 25 - Quiz
ARGUMENT
Waarom
je een mening hebt.
Te herkennen aan signaalwoorden:
want, omdat, namelijk, immers
Slide 26 - Slide
Wat is het standpunt?
(A)Ik ga liever naar de bioscoop in de stad, (B) want de stoelen zijn daar fijner.
A
Standpunt
B
Standpunt
Slide 27 - Quiz
(A)Er kan nog een trein aan komen, (B) dus je moet altijd wachten tot de bomen omhoog gaan.
A
standpunt
B
standpunt
Slide 28 - Quiz
(A)Het boek is zo spannend, (B) dat ik maar blíjf doorlezen.
A
argument
B
argument
Slide 29 - Quiz
(A) Het is goed om schooluniformen in te voeren, (B) want dan ziet iedereen er gelijk uit.
A
argument
B
argument
Slide 30 - Quiz
(A) Omdat zij veel volgers op YouTube heeft, (B) is zij heel populair.
A
standpunt
B
standpunt
Slide 31 - Quiz
(A) omdat ik goed voorbereid ben, (B)ga ik slagen voor mijn examen,
A
standpunt
B
standpunt
Slide 32 - Quiz
(A) Ik vind het een rotklimaat, (B) het regent hier immers veel te veel.
A
argument
B
argument
Slide 33 - Quiz
(A) Nederlands is mijn moedertaal, (B) Nederlands is namelijk de eerste taal die ik leerde.
A
standpunt
B
standpunt
Slide 34 - Quiz
Als het goed is weet je nu
het verschil tussen een feit en een mening
hoe je een argument kunt herkennen
dat het een feit kan zijn dat iemand een mening heeft
Slide 35 - Slide
Aan het werk nu:
boek open blz. 69-71
maak opdr. 1 + 2
Opdracht 3 + 4(vraag1) worden huiserk voor donderdag
Slide 36 - Slide
More lessons like this
feiten, meningen, argumenten
16 days ago
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
2TH Lezen H4
February 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
wk.2 Cursus 1 /par. 6 Feit, mening, argument
January 2025
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Lezen H4
January 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Lezen H4
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lezen H4
September 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen H4 - les 2
January 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen H5 (3)
June 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3