Vrijdag 20 oktober

Vrijdag                                                                            20 oktober 2023                     
jhjj
08.30 - 09.10 uur
09.10 - 10.10 uur 
Aankomen & Begrijpend lezen
Rekenen
10.10- 10.30 
PAUZE
10.30- 11.20 uur 
Kunst
11.20- 12.10 uur 
Kunst
12.10- 12.40 uur 
PAUZE
12.40- 13.30 uur 
Woordenschat (Eten)  

13.30- 14.20 uur  
Tip van de dag:  Om tijdens de vakantie zelf te oefenen - de Podcast "Een beetje Nederlands" 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vrijdag                                                                            20 oktober 2023                     
jhjj
08.30 - 09.10 uur
09.10 - 10.10 uur 
Aankomen & Begrijpend lezen
Rekenen
10.10- 10.30 
PAUZE
10.30- 11.20 uur 
Kunst
11.20- 12.10 uur 
Kunst
12.10- 12.40 uur 
PAUZE
12.40- 13.30 uur 
Woordenschat (Eten)  

13.30- 14.20 uur  
Tip van de dag:  Om tijdens de vakantie zelf te oefenen - de Podcast "Een beetje Nederlands" 

Slide 1 - Slide

Begrijpend Lezen
"Lezen, hoe doe je dat"-boek 

  • Pagina 30 to pagina 33 
  • Vanaf 9 uur gaan wij samen vergelijken






Slide 2 - Slide

Antwoorden
No. 17 
  • 't groene Hart
  • ''je kunt ze brengen of gratis laten halen"
  • "misschien, het staat niet in de tekst"
  • "Ja, als vrijwilliger"
  • "Ze heven geld aan goede doelen"
  • "Niet op zondag, maar de andere dagen wel"
  • "op de nummer 96"

Slide 3 - Slide

Antwoorden
No. 19 / 20 
  • mailtjes
  • Peter
  • Alex
  • waar
  • waar
  • niet waar
  • waar

Slide 4 - Slide

Rekenen 

Slide 5 - Slide

Blok 1.3 Les 12
    Vandaag op het programma

  • Hoe zwaar, lang en inhoudelijk zijn jullie?
  • vermenigvuldigen met sommen 

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag - 
pagina 40 tot 43  

Slide 7 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 8 - Slide

Handvaardigheid
Elke week krijgen jullie op vrijdag les van mevrouw Chris en Mevrouw Miriam.

Slide 9 - Slide

Pauze
timer
30:00

Slide 10 - Slide

verbranden
  • door lichamelijke oefeningen energie en vet kwijtraken
  • Je kunt ook papier verbranden
  • Zin: Bij een bosbrand, verbranden alle bomen.
  • Als de pan heet is, verbrand ik mijn handen.

Slide 11 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Eten.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 12 - Slide

het verschil
  • iets waarin een mens of ding anders is dan een ander mens of ding
  • zoek de verschillen
  • Zin: Het verschil tussen ons is groot.
  • Wat is het verschil tussen een appel en een peer?

Slide 13 - Slide

het recept
  • een tekst die uitlegt hoe je bepaald eten moet maken
  • op het recept staat wat je nodig hebt.
  • Zin: Wij gaan volgens het recept lasagne maken.

Slide 14 - Slide

presenteren
  • onder de aandacht brengen van een publiek 
  • wat je hebt gemaakt, laten zien aan anderen
  • Zin: Ik moet mijn werkstuk presenteren, hopelijk krijg ik een goed cijfer.

Slide 15 - Slide

interessant
  • als iets je aandacht trekt of nieuwsgierig maakt
  • iets waar je meer over wilt weten
  • Zin: Dat werk is heel interessant, dat wil ik ook wel doen. 
  • Zin: Wij hopen dat de voorstelling interessant is voor ons.

Slide 16 - Slide

Zoek een foto van een recept.

Slide 17 - Open question

Wat is verbrand???
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De jongen vindt dat meisje geïnteresseerd.
B
Dit onderwerp is interessant.
C
Wij zijn interesse.

Slide 19 - Quiz

Wat betekent presenteren?
A
Iets wat je hebt gemaakt aan anderen laten zien.
B
Iets geheim houden.

Slide 20 - Quiz

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 21 - Slide

Het onderwerp van dit thema is heel erg .....................

Slide 22 - Open question

Dat nieuwe huis is helemaal ................., er is niets meer over.

Slide 23 - Open question

Jullie moeten jullie werkstuk aan de klas ..................

Slide 24 - Open question

Ik heb gisteren heerlijk gekookt, het was ..... ............... van mijn oma.

Slide 25 - Open question

Wat is ..... .................? De ene auto is rood en de andere auto is groen.

Slide 26 - Open question

Schrijf een verhaaltje (8 zinnen) over jouw aanstaande vakantie.
Denk aan: Groot & Klein, een goed werkwoord in elke zin en punten.


Waar heb je zin in? 
Wat wil je doen? 
Wie ga je zien? 
Waar ga je naar toe? 
Wat ge je eten? 

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Tip voor de  vakantie!
NT2-podcast: 
Een beetje Nederlands

Slide 29 - Slide