This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands
Welkom 2AHA!
Cursus 5 - Grammatica Woordsoorten
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1.Lesdoelen
2. Herhaling vorige les
3. Theorie: telwoorden
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting
Slide 2 - Slide
Je kunt onderscheid maken tussen de vier verschillende soorten telwoorden.
Lesdoelen
Slide 3 - Slide
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 4 - Slide
Het woord 'trappen' kan zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord zijn. Maak twee zinnen om dit verschil te laten zien: Eén zin met 'trappen' als zelfstandig naamwoord en een één zin met 'trappen' als werkwoord.
Slide 5 - Open question
Zww of Hww? Deze film wordt veel bekeken. Wordt is een...
A
zww
B
hww
Slide 6 - Quiz
Hij zou graag op straat willen spelen. Spelen is een....
A
zww
B
hww
Slide 7 - Quiz
Wat is juist?
Zij is ziek naar huis gegaan.
A
is=hww
gegaan=zww
B
is= kww
gegaan=zww
Slide 8 - Quiz
De rechercheur was ongewapend.
Was=
A
zww
B
kww
Slide 9 - Quiz
Opdracht
Wat:
Maak de herhalingsopdracht.
Hoe:
Schrijf je antwoorden op een apart blaadje.
Hulp:
Theorie uit §6 of §12 (havo/vwo)
Tijd:
10 minuten
Klaar:
Lees alvast de theorie door van §8 Telwoord. Als je het al begrijpt, mag je ook wel vast de opdrachten proberen te maken.
timer
10:00
Slide 10 - Slide
§8: Telwoord
blz. 220-221
Slide 11 - Slide
Telwoorden
Bekijk de volgende zin:
In de eerste pauze at Yessin drie boterhammen en wat druiven.
In deze zin zijn de vetgedrukte woorden telwoorden. Er zijn vier soorten telwoorden. Ze geven een hoeveelheid of een volgorde (een plaats in een reeks) aan.
Slide 12 - Slide
Een bepaald hoofdtelwoord (bep.hoofdtelw) noemt een precies aantal of een precieze hoeveelheid: dertien (13), een vijfde (1/5). Alleen bepaalde hoofdtelwoorden kun je vervangen door cijfers.
Eenonbepaald hoofdtelwoord (onbep.hoofdtelw) noemt een onduidelijk aantal of een onduidelijke hoeveelheid: enkele, weinig.
Een bepaald rangtelwoord (bep.rangtelw) noemt een duidelijke plaats in een volgorde, in een rij: eerste, negende.
Een onbepaald rangtelwoord (onbep.rangtelw) noemt een onduidelijke plaats in een rij: middelste, laatste.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Uitlegfilmpje!
Slide 15 - Slide
Ongeveer een jaar geleden werd in dit dorp de *zoveelste* sportzaak geopend.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelword
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 16 - Quiz
Op *tweede* Paasdag zijn de meeste Nederlanders vrij.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelword
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 17 - Quiz
*Negentig* procent van alle jongeren heeft een smartphone.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelword
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 18 - Quiz
Wat is het telwoord in de zin:
Gisteren zijn er enkele mensen gewond geraakt.
Slide 19 - Open question
Wat is het telwoord in de zin:
Er is zoveel onzin op de tv.
Slide 20 - Open question
Wat is het telwoord in de zin:
Wij wonen in het middelste huis van de straat.
Slide 21 - Open question
Wat voor soort telwoord staat in de zin:
Er zijn vier soorten telwoorden.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 22 - Quiz
Wat voor soort telwoord staat in de zin:
Er kwamen veel vrienden langs op mijn verjaardag.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 23 - Quiz
Aan het werk
Opdracht
Huiswerk voor de volgende les
Klaar?
Vooruitwerken
Wat?
Cursus 5, §8: Telwoord. Havo: Opdracht 1 t/m 5
Vwo: Opdracht 1 t/m 4
Hoe?
In de online methode. §8 van Cursus 5.
Je mag een muziekje luisteren als je oortjes bij je hebt.
Lees alvast het groene stukje theorie goed door voordat je aan de opdrachten begint van §10 Voegwoord
Begrijp je de theorie? Dan kun je de opdrachten maken die bij de paragraaf horen.