Gouden weken spelletjes

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wie ben ik / Wat ben ik
  1. iedereen krijgt een kaartje op zijn rug geplakt met daarop een wie of een wat
  2. Door vragen te stellen aan anderen moet je erachter komen wie of wat je bent
  3. de vragen mogen alleen met JA of NEE beantwoord worden
  4. Is het antwoord op je vraag NEE, dan moet je de volgende vraag aan iemand anders gaan stellen

Slide 2 - Slide

Rebusnaam
  1. Je krijgt een stuk papier
  2. hierop teken je in rebusvorm je naam.
  3. Bijvoorbeeld: Mirjam  = 
Tip: google even op 'rebus maken'

Slide 3 - Slide

Het vraagspel
  1. maak tweetallen
  2. Je krijgt 4 minuten de tijd om vragen aan elkaar te stellen over:
  • hobby's
  • afkomst
  • leeftijd
  • familie
  • enzovoort
  1. Daarna stel ik vragen. Je schrijft het antwoord over je partner op
  2. controleer of het antwoord klopt
  3. Als het antwoord klopt krijg je 1 punt
  4. degene met de meeste punten heeft gewonnen

Slide 4 - Slide

Namenspel
  1. verzin/bedenk een verhaal over je naam, het mag waar of verzonnen zijn
  2. vertel het verhaal
  3. de klas stemt of het verhaal waar of verzonnen is

Slide 5 - Slide

Namenspel
  1. Ik noem een naam
  2. de buurman/buurvrouw van deze persoon staat op
  3. en noemt een naam van een andere leerling
  4. enzovoort

Slide 6 - Slide

Stoelenspel
  1. Ga zitten in een kring
  2. 1 speler gaat in het midden van de kring staan
  3. Er is nu 1 vrije stoel: degene links naast de lege stoel gaat erop zitten en zegt: Ik zit
  4. degene links naast de lege stoel gaat erop zitten en zegt: In 't groen
  5. degene links naast de lege stoel gaat erop zitten en zegt: Ik hou van ..... (noem naam)
  6. Die persoon gaat op de lege stoel zitten
  7. Er is nu weer 1 vrije stoel: degene links naast de lege stoel gaat erop zitten en zegt: Ik zit. MAAR degene in het midden probeert er snel op te gaan zitten
  8. Lukt dat dan begint het spel opnieuw, anders gaat het gewoon verder
  9. enzovoort....

Slide 7 - Slide

Kijk je goed
  1. maak tweetallen
  2. bekijk elkaar goed
  3. draai de ruggen naar elkaar toe
  4. 1 van beide verandert iets aan zijn/haar uiterlijk/kleding
  5. draai je weer om: wat is er verandert?

variatie: de spelleider stelt vragen. Bijvoorbeeld wat is de kleur van de trui van de ander?

Slide 8 - Slide

Moordenaartje
  1. Ga zitten in een kring
  2. 1 iemand verlaat de klas, de detective
  3. In de groep wordt een moordenaar aangewezen.
  4. De moordenaar kan iemand vermoorden door stiekem naar die persoon te knipogen
  5. De detective komt er weer bij en probeert erachter te komen wie de moordenaar is.
  6. De detective heeft 3 pogingen

Slide 9 - Slide

Zoek iemand die... BINGO
  1. Je krijgt allemaal het blad “Zoek iemand die ……..”  en een pen
  2. Je mag rondlopen door de klas en wanneer je iemand tegen komt, stel je die persoon een vraag van het blad
  3. Wanneer een uitspraak klopt schrijft je de naam erbij 
  4. Wie als eerste het blad vol heeft, heeft BINGO

Slide 10 - Slide

Wat is niet waar?
  1. je krijgt een papiertje met daarop 1, 2 en 3
  2. Bedenk 2 dingen over jezelf die waar zijn en 1 ding dat niet waar is.
  3. Schrijf de 3 dingen door elkaar op het papiertje
  4. Iedereen levert het papiertje in en nu lezen we de drie dingen per persoon voor.
  5. Je krijgt een punt voor elke leugen die je raadt

Slide 11 - Slide