Hoofdstuk 1, paragraaf 2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Marktvormen

Je kent de 4 marktvormen met hun bijbehorende kenmerken

Marktvormen

Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.

Welke supermarkt heeft de meeste klanten?

www.nu.nl

Marktaandeel

Afzet bedrijf / afzet hele markt x 100

Hoeveel % van de klanten heb je als bedrijf ten opzichte van de gehele markt.

Hoe hoger het marktaandeel, hoe meer macht je hebt als aanbieder.

Aard van het product

Heterogeen --> Producten verschillen van elkaar in de ogen van de consument. Schoenen, telefoons, frisdrank..,...

Homogeen --> Producten of diensten zijn hetzelfde. Stroom, tarwe, suiker, ...

Wat is houtskool?

1. Homogeen product
2. Heterogeen product

Marktvormen

Als je weet hoeveel aanbieders en vragers er zijn, en welke aard het product heeft (homogeen/heterogeen) kan je de marktvorm bepalen:

• Volkomen concurrentie
• Monopolie
• Oligopolie
• Monopolistische concurrentie

Monopolie

• Eén aanbieder
• Veel vragers
• Prijszetter --> Kan de prijs bepalen 
• Groot marktaandeel

Voorbeeld:

De NS, Rederij Peters in Ommen

Oligopolie

• Enkele aanbieders
• Veel vragers
• Homogeen of heterogeen product
• Kartelafspraken mogelijk (prijsafspraken)

Voorbeeld:

Supermarkten, benzine, vliegtuigmaatschappij, bakkers in Ommen

Monopolistische concurrentie

• Veel aanbieders
• Veel vragers
• Heterogeen product

Voorbeeld: 

Auto's, kleding, restaurants in een grote stad 

Volkomen concurrentie

• Veel aanbieders
• Veel vragers
• Homogeen product
• Hoeveelheidsaanpasser --> Geen invloed op prijs
• Transparante markt

Voorbeeld: Graan

Wat is een auto?

1. Homogeen product
2. Heterogeen product

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons.

1. Oligopolie
2. Monopolistische concurrentie
3. Monopolie
4. Volkomen concurrentie

Tot welke marktvorm behoren frisdrankfabrikanten?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke economische marktvorm hoort de Nederlandse Spoorwegen (NS)

1. Monopolistische concurrentie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Oligopolie

Tot welke marktvorm behoort suiker?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Huiswerk:

Hoofdstuk 1, paragraaf 1, vraag 2,5,6,7

Hoofdstuk, 1, paragraaf 2, vraag 2,3,4

Hoofdstuk, 1, paragraaf 3, vraag 4

www.examenoverzicht.nl