Woche 34

H2 Duits, week 34
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H2 Duits, week 34

Slide 1 - Slide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Over mij: Zwei Lügen, eine Wahrheit
Over Duits & over Duitsland: woordweb
Hoe gaan we dit jaar te werk: 
Studiewijzer, TrabiTour, Quizlet & LessonUp
Freitag (80 Min.)

Sich vorstellen
Klassendeutsch
Uitspraak

Slide 2 - Slide

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Over mij: Zwei Lügen, eine Wahrheit
Over Duits & over Duitsland: woordweb
Hoe gaan we dit jaar te werk: 
Studiewijzer, TrabiTour, Quizlet & LessonUp
Freitag (40 Min.)

Sich vorstellen
Klassendeutsch

Slide 3 - Slide

Over mij / Über mich
Hier staan 3 zinnen over mij. Maar er is er slechts één waar... 
Wat zijn de leugens?

1. Ich habe in Berlin gewohnt.
2. Ich habe sehr viel Höhenangst (hoogtevrees). 
3. Ich war selbst Schülerin auf dem Zaanlands Lyceum.

Slide 4 - Slide

Ich habe in
München gewohnt!

Slide 5 - Slide

Ich habe definitiv
keine Höhenangst!

Slide 6 - Slide

Wo bin ich?

Slide 7 - Slide

Duits

Slide 8 - Slide

Duitsland

Slide 9 - Slide

Hoe gaan we dit jaar te werk?
1. Studiewijzer -> zie Magister (ELO) 

Voor elke toets krijg je een nieuwe studiewijzer. In de studiewijzer staat alles wat je voor die periode moet maken/leren (inclusief Quizlet-links). 


Slide 10 - Slide

Hoe gaan we dit jaar te werk?
2. TrabiTour als nieuwe lesmethode
- Tekst- en werkboek in één.  
- Hoe werk je met TrabiTour? -> S. 4-5
- Übersicht -> S. 6-7

Naast je Trabi-boek neem je ook altijd een schrift mee om aantekeningen in te maken! 


Slide 11 - Slide

Hoe gaan we dit jaar te werk?
3. Quizlet: voeg jezelf aan de klas toe met behulp van de link in Magister.

4. LessonUp: voeg jezelf aan de klas toe met behulp van deze code: jzlla 


Slide 12 - Slide

Morgen:
1. Zorg ervoor dat je in de Quizlet- en LessonUp-klas zit! 
De links/codes komen op Magister. 

2. Neem je Deutschbuch A en je schrift mee. 

Slide 13 - Slide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)
Over mij: Zwei Lügen, eine Wahrheit
Over Duitsland: woordweb
Hoe gaan we dit jaar te werk: 
Studiewijzer, TrabiTour, Quizlet & LessonUp
Freitag (80 Min.)
TrabiTour Kapitel 1
Beginopdracht: 4 
bekijken woordenlijst A
Over Duits: woordweb
Lesen: Aufgabe 5 + 6 
Getallen
Quizlet

Slide 14 - Slide

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Over mij: Zwei Lügen, eine Wahrheit
Over Duits & over Duitsland: woordweb
Hoe gaan we dit jaar te werk: 
Studiewijzer, TrabiTour, Quizlet & LessonUp
Freitag (40 Min.)
TrabiTour Kapitel 1
Beginopdracht: 4 
bekijken woordenlijst A
Lesen: Aufgabe 5 + 6 
Getallen
Quizlet

Slide 15 - Slide

TrabiTour Kapitel 1
- Begin: Pak blz. 10 & 11 erbij

- Woordenlijst A: blz. 38

- Aufgabe 4: blz. 13

--> Wie kent nog meer Duitse woorden? 

Slide 16 - Slide

Duits

Slide 17 - Slide

TrabiTour Kapitel 1
- Lesen: Aufgabe 5 + 6 (blz. 14-15) 

Luister naar de tekst en maak in je eentje de vragen.

Voor opdracht 6: 
Kies woordjes uit woordenlijst B (blz. 38) die in de zinnen passen.

Slide 18 - Slide

Zahlen - getallen
Bekijk de lijst met getallen op blz. 42

Hoe zijn de tientallen opgebouwd? 


Slide 19 - Slide

Zahlen - getallen
Schrijf nu in je schrift (in letters): 
1. hoe oud je bent
2. je geboortedata (bijv.: 8-7-1997 -> acht-sieben-neunzehnhundertsiebenundneunzig)
3. je huisnummer
4. je telefoonnummer
5.  je geluksgetal

Slide 20 - Slide

Quizlet
Ga oefenen op je mobiel 
met de woordjes van woordenlijst A 
(10 Min.)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Sich vorstellen - fragen
Wer bist du?
Wie heißt du? 
Wo kommst du her?
Warum bist du in Deutschland?
Wie alt bist du? 
Was sind deine Hobbys?

Slide 23 - Slide

Sich vorstellen - antworten
Wer bist du?
Wie ben jij? 

Wie heißt du? 
Hoe heet jij?
Wo kommst du her?
Waar kom jij vandaan? 
Warum bist du in Deutschland?
Waarom ben jij in Duitsland?
Wie alt bist du? 
Hoe oud ben jij? 
Was sind deine Hobbys?
Wat zijn jouw hobby's? 

Slide 24 - Slide

En nu jullie..! 
Stel jezelf in het Duits aan je buurvrouw/buurman voor. 
Beantwoord de volgende vragen: 

1. Wer bist du? 
2. Wie alt bist du? 
3. Wo wohnst du? 

Schrijf de antwoorden (hele zinnen) op in je schrift.

Slide 25 - Slide