9.1 waarneembare eigenschappen en 9.2 stamboomonderzoek

9.1 waarneembare eigenschappen en 9.2 stamboomonderzoek

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

9.1 waarneembare eigenschappen en 9.2 stamboomonderzoek

Slide 1 - Slide

Doel en begrippen 9.1 
Je leert wat de invloed van chromosoomaantallen, het milieu en het genotype is op de waarneembare eigenschappen van een organisme
Je leert hoe cellen andere eigenschappen kunnen hebben hoewel ze hetzelfde genetische materiaal hebben

autosomen, geslachtschromosomen, karyogram, karyotype, trisomie, aangeboren, genotype, allel, fenotype, milieu, dominant, recessief, emergente eigenschappen, celdifferentiatie, celtype, genetische code, genexpressie, regulatorgenen, structuurgenen.

Slide 2 - Slide

Autosomen/ geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen: het chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt
Autosomen: alle andere chromosomen.
XX, XY bij mensen.

Slide 3 - Slide

Karyogram
  • Alle chromosomen gerangschikt op lengte
  • Homologe chromosomen bij elkaar

Slide 4 - Slide

Karyotype
47, XX +21 of
47, XY, +21

Trisomie 21 = syndroom van Down

Slide 5 - Slide

DNA - molecuul
  • In de celkern
  • Dubbele helixstructuur
  • Baseparen
  • Codeert voor eiwitten

Slide 6 - Slide

Gen
  • Stukje van een DNA-molecuul.
  • Codeert voor één eiwit

Slide 7 - Slide

Chromosoom
  • Opgekruld DNA molecuul.
  • Alleen zichtbaar tijdens de celdeling (in verdubbelde toestand).

Slide 8 - Slide

Haploïd/ diploïd
Geslachtscellen: van elk chromosoom één exemplaar (haploïd)
Na bevruchting (dus in elke lichaamscel): van elk chromosoom 2 exemplaren (diploïd)

Slide 9 - Slide

Homoloog
Je hebt 2 versies van elk chromosoom. Een van je vader en een van je moeder.
Dit zijn homologe chromosomen
Er zitten dezelfde genen op.

Slide 10 - Slide

Allel
Van genen kunnen verschillende versies bestaan.
Een versie van een gen heet een allel.
Een diploïde cel heeft dus altijd twee allelen van elk gen, op elke chromosoom één.

Slide 11 - Slide

Celdifferentiatie
Alle cellen in een lichaam hebben hetzelfde genoom - hetzelfde DNA en dus ook dezelfde genen/ allelen.

Toch is niet elke cel hetzelfde.

Niet alle genen zijn in elke cel actief -> worden omgezet naar RNA en dus naar een eiwit.

Slide 12 - Slide

Regulatorgenen
Regulatorgenen: coderen voor regulatoreiwitten die de genexpressie (= aanmaak van RNA, dus aanmaak van een eiwit) van andere genen regelen.
Regulatorgenen schakelen structuurgenen aan of uit.

Structuurgenen zorgen voor genexpressie van specifieke genen.

Slide 13 - Slide

Emergente eigenschap
Pas zichtbaar op een hoger organisatie-niveau.
Ontstaat door interactie.

Slide 14 - Slide

Tweelingenonderzoek
In hoeverre eigenschappen erfelijk zijn of deels bepaald worden door het milieu blijkt vaak uit tweelingonderzoeken.

Eeneiïge tweelingen hebben hetzelfde DNA maar niet altijd hetzelfde milieu. Welke eigenschappen verschillen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

9.2 stamboomonderzoek

Slide 17 - Slide

Je kunt de volgende begrippen uitleggen en toepassen in een monohybride kruising.

homozygoot - heterozygoot - (onvolledig) dominant - codominant - recessief - intermediair - multipele allelen - drager - lethale factor - X-chromosomaal 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

kruising schema maken (16 vakjes)
Hoe groot is de kans dat deze ouders witte kittens krijgen met lange rechte staart?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

autosomaal of X-chromosomaal

Op welk chromosoom ligt het allel?

gewone chromosomen:  autosomale overerving
geslachtschromosomen:  X-chromosomale overerving

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

XRXr  x   XRY
drager

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

kruisingen
Monohybride kruising
 overerving van 1 eigenschap


Dihybride kruising
overerving van 2 eigenschappen

Slide 28 - Slide

Voorbeelden van een dihybride kruising ongekoppeld en gekoppeld
Bekijk de volgende  2 fimpjes 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

wat zijn de geno- en feno-typen van de P (ouders)

Slide 32 - Slide

lethale genen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide