Nieuw Nederlands 5de editie
3vwo
This lesson contains 20 slides, with text slides.
Nieuw Nederlands 5de editie
3vwo
Opdracht A: Maak een keuze uit de zinsbouwopties en geef aan of er in de zin sprake is van neven- of onderschikking
A HZ + HZ + HZ
B [HZ + BZ] + HZ
C [HZ + BZ] + BZ
D [BZ + HZ] + HZ
1. Wanneer jongeren moeite doen om elkaar te begrijpen, ontstaan er meestal geen problemen, maar raken ze juist
bevriend met elkaar.
2. Op school kun je in contact komen met andere culturen, maar let wel op, want veel mensen hebben vooroordelen.
Antwoorden
1. Wanneer jongeren moeite doen om elkaar te begrijpen, ontstaan er meestal geen problemen, maar raken ze juist
bevriend met elkaar.
D [BZ + HZ] + HZ = onderschikking
2. Op school kun je in contact komen met andere culturen, maar let wel op, want veel mensen hebben vooroordelen.
A HZ + HZ + HZ = nevenschikking
Opdracht B: Benoem de bijzin en geef aan welke functie die vervult in de hoofdzin.
Kies uit: ow-bijzin, nw.deel-bijzin, lv-bijzin, mv-bijzijn, vv-bijzin en bwb-bijzin
1. Als ik om me heen kijk, zie ik veel tolerante mensen.
2. Helaas moet ik regelmatig constateren dat niet iedereen op een respectvolle manier met
verschillen in de samenleving om kan gaan.
Antwoorden
1. Als ik om me heen kijk, zie ik veel tolerante mensen.
bwb-bijzin = Als...kijk (geeft antwoord op de vraag: waar zie ik veel tolerante mensen?)
2. Helaas moet ik regelmatig constateren dat niet iedereen op een respectvolle manier met
verschillen in de samenleving om kan gaan.
lv-bijzin = dat...gaan (geeft antwoord op de vraag: wat moet ik constateren?)
Opdracht C: Benoem alle zinsdelen in de onderstaande hoofdzinnen en geef aan wat de functie van de bijzin in de hoofdzin is. Let op! Niet alle zinnen bevatten alle zinsdelen.
1. Dat ik helemaal in Spanje mijn beste vriend Juan heb leren kennen, is eigenlijk te
danken aan een bijzondere samenloop van omstandigheden.
2. Uiteindelijk is Juan geworden wat niemand ooit had gedacht: mijn beste vriend.
Uitwerking zin 1
ow-bijzin = Dat … kennen
wg = is te danken
vv = aan een bijzondere samenloop van omstandigheden
bwb = eigenlijk
Uitwerking zin 2
ow = Juan
ng = is [ ] geworden
nw.deel-bijzin = wat niemand ooit had gedacht: mijn beste vriend.
bwb = Uiteindelijk
Opdracht D: Geef aan of de onderstaande zinnen in de actieve (of bedrijvende) vorm of in de passieve (of lijdende) vorm
1. Door met mij mee te gaan maakte Kai mijn bezoek aan de tandarts wat draaglijker.
2. Volgens mijn docent zou het cijfer al op SOM zijn gezet.
3. Merel en Maya bedankten ons voor onze hulp.
Antwoorden
1. actieve (of bedrijvende) vorm, want 'Kai' (ow) doet of verricht de actie.
2. passieve (of lijdende) vorm, want 'het cijfer' (ow) ondergaat de actie.
3. actieve (of bedrijvende) vorm, want 'Merel en Maya' (ow) doen of verrichten de actie.
Opdracht E: Benoem de onderstreepte woordsoorten in de volgende zinnen.
1. Dat ik helemaal in Spanje mijn beste vriend Juan heb leren kennen, is eigenlijk te
danken aan een bijzondere samenloop van omstandigheden.
2. Uiteindelijk is Juan geworden wat niemand ooit had gedacht: mijn beste vriend.
3. Ik hoor steeds vaker verhalen over mensen die op die manier hun beste vrienden leren
kennen.
Antwoorden zin 1
Dat = onderschikkend voegwoord (het verbindt een hoofdzin met een bijzin!)
helemaal = bijwoord
mijn = persoonlijk voornaamwoord
heb = hulpwerkwoord
kennen = zelfstandig werkwoord
aan = voorzetsel
samenloop = zelfstandig naamwoord
Antwoorden zin 2
geworden = koppelwerkwoord
wat = onderschikkend voegwoord
niemand = onbepaald voornaamwoord
gedacht = zelfstandig werkwoord
Antwoorden zin 3
hoor = zelfstandig werkwoord
vaker = bijwoord
die = betrekkelijk voornaamwoord (verwijst naar 'mensen')
die = aanwijzend voornaamwoord
Oefenen met de woordsoorten