Overtuigen 2

Overtuigen 2

Welkom 4VA

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 

Vandaag: 

H. 19 Overtuigen (blz. 102)

Je leert op welke manieren je invloed kunt uitoefenen, wat een betoog is en uit welke elementen het bestaat. 

- herhaling

- opdracht 3 en 6 bespreken

- tekst: Tegen het vrouwenquotum? Lees dit eens. 

argumenteren

standpunt

betoog

argumenten

iemand overtuigen met taal

mening/opvatting

alle argumenten bij elkaar. 

ondersteunen je standpunt

Snelle e-bikes zijn vaker betrokken bij ongelukken: mij zal je niet op zo'n ding zien.

1. argument - standpunt
2. standpunt - argument

Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.

1. argument - standpunt
2. standpunt - argument

Vergelijk met diegene naast je jullie antwoorden op opdracht 3 en 6 (blz. 94).

Hebben jullie anders geantwoord? Bespreek wat het goede antwoord is. 

vrouwenquotum

raad van commissarissen

beursgenoteerde bedrijven

geslacht

selectieproces

buffelen

topbestuurder

paardenmiddel

sanctioneren

dol

1. Schrijf de woorden op die je nog niet kent. 

2. Schrijf de betekenis of de vertaling achter die woorden. 

Overleg alleen fluisterend.

Klaar?

Lees de tekst op blz. 96. 

Lees de tekst op blz. 96.

Maak opdracht 13 t/m 18.

Overleg alleen fluisterend met diegenen naast je. 

Op welke manieren je invloed kunt uitoefenen? 

Wat is een betoog is en uit welke elementen bestaat het?