This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek de wereld van oppervlakte!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de oppervlakte definiëren, berekenen en enkele voorbeelden geven.
Slide 2 - Slide
Begin de les met het stellen van de vraag: 'Wat weet je al over oppervlakte?' om voorkennis te activeren.
Wat weet je al over oppervlakte?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is oppervlakte?
Oppervlakte is de ruimte binnen de grenzen van een vlakke figuur.
Slide 4 - Slide
Leg uit dat oppervlakte de ruimte binnen de grenzen van een vlakke figuur is.
Hoe bereken je oppervlakte?
De oppervlakte van een rechthoek bereken je door lengte x breedte.
Slide 5 - Slide
Laat een voorbeeld van een rechthoek zien en leg uit dat je de lengte en breedte met elkaar vermenigvuldigt om de oppervlakte te berekenen.
Voorbeeld: Rechthoek
Stel de lengte is 5 cm en de breedte is 3 cm. De oppervlakte is dan 5 cm x 3 cm = 15 cm².
Slide 6 - Slide
Laat een afbeelding van een rechthoek zien en bereken samen met de klas de oppervlakte.
Hoe bereken je oppervlakte?
De oppervlakte van een vierkant bereken je door zijde x zijde.
Slide 7 - Slide
Leg uit dat de oppervlakte van een vierkant berekend wordt door de zijde met zichzelf te vermenigvuldigen.
Voorbeeld: Vierkant
Als de zijde van een vierkant 4 cm is, dan is de oppervlakte 4 cm x 4 cm = 16 cm².
Slide 8 - Slide
Laat een afbeelding van een vierkant zien en bereken samen met de klas de oppervlakte.
Hoe bereken je oppervlakte?
De oppervlakte van een driehoek bereken je door 0.5 x basis x hoogte.
Slide 9 - Slide
Leg uit dat de oppervlakte van een driehoek berekend wordt door 0.5 te vermenigvuldigen met de basis en de hoogte.
Voorbeeld: Driehoek
Als de basis van een driehoek 6 cm is en de hoogte 8 cm, dan is de oppervlakte 0.5 x 6 cm x 8 cm = 24 cm².
Slide 10 - Slide
Laat een afbeelding van een driehoek zien en bereken samen met de klas de oppervlakte.
Oefeningen
Bereken de oppervlakte van de volgende figuren: a) Rechthoek met lengte 7 cm en breedte 4 cm. b) Vierkant met zijde 9 cm. c) Driehoek met basis 10 cm en hoogte 5 cm.
Slide 11 - Slide
Geef de klas de tijd om de oefeningen individueel op te lossen en bespreek daarna de antwoorden klassikaal.
Wat heb je geleerd?
Je hebt geleerd wat oppervlakte is, hoe je het kunt berekenen en je hebt enkele voorbeelden gezien.
Slide 12 - Slide
Vraag de leerlingen om een samenvatting te geven van wat ze hebben geleerd over oppervlakte.
Herhaling
Laten we nog een oefening doen om te testen of je de oppervlakte kunt berekenen.
Slide 13 - Slide
Geef de klas een extra oefening om de oppervlakte te berekenen en bespreek de antwoorden samen.
Toepassingen
Oppervlakteberekening wordt gebruikt in veel alledaagse situaties, zoals het schilderen van muren of het leggen van vloertegels.
Slide 14 - Slide
Leg uit dat oppervlakteberekening nuttig is in het dagelijks leven en benoem enkele voorbeelden.
Einde
Bedankt voor je deelname aan deze les over oppervlakte!
Slide 15 - Slide
Sluit de les af door de leerlingen te bedanken voor hun deelname en eventueel huiswerk of verdere oefeningen op te geven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.