This lesson contains 21 slides, with text slides and 3 videos.
Een persvnw verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken.
vb. Maarten is mijn beste vriend, hij haalt mij altijd op met zijn bal als we gaan voetballen.
Een bez vnw geeft, zoals het woord al zegt, een bezit aan. Meestal staat en bezvnw voor het zelfstnw waar het bij hoort.
vb. Maarten is mijn beste vriend, hij haalt mij altijd op met zijn bal als we gaan voetballen.
Voorzetsels staan in zinsdelen waarbij je een vraag kunt stellen als waarin, waaronder, waarmee of waardoor.
Voorbeelden: van, na,
tegen, achter, in, naast, langs
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.