Les 4: Slapen

Slapen
Hoofdstuk 22, blz. 262-268 van het blauwe boek
1 / 19
next
Slide 1: Slide
basiszorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slapen
Hoofdstuk 22, blz. 262-268 van het blauwe boek

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat betekend slapen
voor jou?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Slapen
  • Slapen is belangrijk om goed te kunnen functioneren.

  • Als je slecht slaapt of een tekort aan slaap hebt, kun je moe en prikkelbaar zijn.

  • Daarnaast vermindert je concentratie, wat gevaarlijk kan zijn bij bijvoorbeeld autorijden.

Slide 5 - Slide

Functies van slapen

  1. Ontspanning van het lichaam.
  2. Ontspanning van de geest. 
  3. Dromen. 

Slide 6 - Slide

Wat betekend slapen voor jou?

Slide 7 - Mind map

Wat voor slaper ben jij?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Slaapbehoefte
  • Hoeveel slaap je nodig hebt is voor iedereen anders.

  • In je hersenen ligt het slaap-waakcentrum. Dit wordt ook wel de biologische klok genoemd.

  • Wanneer deze niet goed functioneert kun je problemen krijgen met in- of doorslapen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Weetje:
Mensen slapen 1/3 van hun leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slaapritme
  • Dit is bij elk mens verschillend.
  • Als helpende is het belangrijk om te weten of iemand een ochtend- of een avondmens is, hier kun je je zorg op afstemmen. 

Slide 14 - Slide

Cyclus
Tijdens het slapen zijn er verschillende slaapfasen die elkaar afwisselen, dit heeft een cyclus, duurt ong. 90 min.
4-6 / nacht.
De fasen van de cyclus zijn:
  • Sluimerfase
  • Lichte slaap
  • Diepe slaap
  • Droomslaap

Slide 15 - Slide

Cyclus
Sluimerfase: fase tussen slapen en waken, je lichaam gaat langzaam trager werken.

Lichte slaap: je lichaam is net in slaap. Je bent nog makkelijk wakker te krijgen.


Slide 16 - Slide

Cyclus
Diepe slaap: wanneer je in deze fase wordt gewekt moet je je even oriënteren waar je bent.

Je lichaam is actief met het herstellen van je hersenen, hormonen, fijne spieren, hart, longen en stofwisseling.


Slide 17 - Slide

Droomslaap: nu heb je levendige en fantasierijke dromen.

Je oogbol vertoont snelle, zichtbare bewegingen. Dit noem je de remslaap. Tijdens deze slaap verwerk je ervaringen en indrukken.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten 
1 en 2 in je werkboek
op bladzijde
343-344

Slide 19 - Slide