Grammatica nw gezegde cambiumned

Welkom!
Is er wel genoeg huiswerk gemaakt?
Mare
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Is er wel genoeg huiswerk gemaakt?
Mare

Slide 1 - Slide



Grammatica 4.2 B


1 Planning en agenda
2 Quizje
3 Nakijkcarroussel 4.2 B


















m.marinus@singelland.nl


4 Zelfstandig werken - samen beginnen
5 Afsluiten met Plenda!



Welkom!

Slide 2 - Slide

Welke zin heeft een naamwoordelijk gezegde?
A
Hij heeft gegeten.
B
Hij heeft een zusje gekregen.
C
Hij heeft corona.
D
Hij is een vrolijke Frans.

Slide 3 - Quiz

Naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Zij wil gaan slapen.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 4 - Quiz

Naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 5 - Quiz

In een naamwoordelijk gezegde......
A
zit soms een lijdend voorwerp
B
nooit een lijdend voorwerp
C
altijd een lijdend voorwerp
D
ik pas

Slide 6 - Quiz

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
Een toestand
B
Een handeling
C
Een toestand en een handeling
D
Hetzelfde als het onderwerp

Slide 7 - Quiz



O, wat een toestand met Jan van den Bos
Z’n tandje zat los, ja, z’n tandje zat los!
Het wiebelde wiebelde maar,
En pijn deed het niet, maar het gevoel was zo naar
Hij durfde niet te eten, hij zat op de grond,
Met een woedend gezicht en z’n hand voor z’n mond

Moeder zei: Hoor’s dat kan zo niet, Jantje
We binden gewoonweg een draad aan het tandje,
En ’t andere eind van de draad aan de deur
Dan doen we de deur dicht en uit is ’t gezeur!

“Nee!” jammerde Jantje, “nee moeder niet doen!”
En weg holde Jantje, heel hard naar het plantsoen
Hij rende en rende, en keek nog eens om,
Hij viel op z’n neus en daar lag ie dan, bom


Hij krabbelde dadelijk weer op de been,
En veegde zijn bloes af en keek om zich heen
En wat lag daar naast hem gewoon in het zand

De tand

En Jan ging naar huis, heeft z’n mondje gespoeld
En zei tegen moeder: Ik heb niets gevoeld
En moeder zei: Fijn, en bekeek ‘m een poosje
En deed toen de tand in een luciferdoosje

En toen hij op school kwam, moest iedereen kijken
De juffrouw en Peter, en Kees en Marijke
Kijk nou toch ’s Joosje!
Een gat in mijn mond en een tand in m’n doosje

Slide 8 - Slide

Welke twee naamwoordelijk gezegdes heb je gehoord?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Aan de slag!

Maak de oefeningen  9 en 10 op:

https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/gezegde/

Kijk eens verder op cambiumned.nl

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Maak de vragen van 4.2 B




Slide 13 - Slide

Huiswerk:
Maak de vragen van 4.2 B

Slide 14 - Slide