H3 paragraaf 3 Budgetplan

H3 §3
Geld ,over en te kort

Het budgetplan


1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 §3
Geld ,over en te kort

Het budgetplan


Slide 1 - Slide

Vandaag:
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • hoe je een budgetplan maakt.

Slide 3 - Slide

Inkomsten
  • Als je meer controle wil over je uitgaven kan je een budgetplan opstellen. 
  • Budgetplan: overzicht met de verschillende budgetten van een huishouden of persoon. 
  • Je gebruikt dit om overzicht te krijgen en hoe hoe je kan rondkomen van je geld. 

Slide 4 - Slide

Hoe krijg je meer controle over uitgaven?

Slide 5 - Open question

Soorten uitgaven 
  • Dagelijkste uitgaven: Vaak voorkomende uitgaven voor jezelf en voor de huishouding.
  • Budget: Een bedrag waarvan je een bepaald soort uitgaven moet doen.
  • Vaste lasten: Regelmatig terugkerende uitgaven.
  • Incidentele uitgaven: Onregelmatige uitgaven voor reparaties, vervangingen of de aankoop van (duurzame) consumptiegoederen.

Slide 6 - Slide

Wat is een budget?

Slide 7 - Open question

Een blijvend tekort
  • Wanneer er iets veranderd in je budget kan het zijn dat je de budgetten moet aanpassen. 
  • Wanneer je bijvoorbeeld minder gaat verdienen maar evenveel blijft uitgeven kan het zijn dat je een blijvend tekort krijgt. 
  • Budgetteren: Het op elkaar afstemmen van de inkomsten en uitgaven.
  • Prioriteiten: Dat wat je het belangrijkste vindt.


Slide 8 - Slide

Wat betekent 'prioriteiten stellen'?

Slide 9 - Open question

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met H3 paragraaf 3
  • Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
  • Klaar? Maak versterk jezelf. 
  • Je werkt voor jezelf. 
  • Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
  • Je werkt in stilte.










Slide 10 - Slide