Sedimentatie

Terugblik vorige les
Erosie en verwering
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Terugblik vorige les
Erosie en verwering

Slide 1 - Slide

Erosie
Verwering

Slide 2 - Drag question

Leerdoelen:
- Na de les kun je verklaren wat het verschil is tussen de bovenloop en de benedenloop van een rivier. 
- Na de les kun je benoemen wat het begrip sedimentatie inhoudt. 

Slide 3 - Slide

Het stroomstelsel

Slide 4 - Slide

Kenmerken bovenloop: 

- Bergen
- Snelstromend
- Erosie
- Smeltwater
- Weinig water
- Groot verhang

Slide 5 - Slide

Kenmerken middenloop:

- Minder erosie
- Minder verhang
- Rivieren
- Snelheid wordt minder
- Grind en grof zand wordt afgezet

Slide 6 - Slide

Kenmerken Benedenloop: 

- Vlak gebied
- Traag stromend water
- Overstroomd (zonder dijken)
- Klei en zand wordt afgezet. 


Slide 7 - Slide

Sedimentatie

Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht

Slide 12 - Slide

Beantwoord de volgende vragen:
1. Neem het goede antwoord over:
Het verval in de bovenloop is groot of klein?
Het verval in de benedenloop is groot of klein?
2. Waar in figuur 1 vindt erosie plaats?
Waar in figuur 1 vindt sedimentatie plaats?
3. Vul de volgende woorden in de onderstaande zinnen in: Grote stenen, grind en zand.
A In de bovenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
B In de middenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
C In de benedenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
Bonus vragen:
4. Wat is het verband tussen erosie en sedimentatie?
Gebruik hierbij een als-dan redenatie. Als dit gebeurt, dan gebeurt er dat.
5. Waarom is er in de bovenloop van een rivier erosie en in de benedenloop van een rivier sedimentatie? Geef één reden.






Vragen:  1. Neem het goede antwoord over:
Het verval in de bovenloop is groot of klein?
Het verval in de benedenloop is groot of klein?

2. Waar in figuur 1 vindt erosie plaats?
Waar in figuur 1 vindt sedimentatie plaats?
Bonus vragen:

3. Vul de volgende woorden in de onderstaande zinnen in: Grote stenen, grind en zand.
A In de bovenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
B In de middenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.
C In de benedenloop worden/wordt … neergelegd in de rivier.


Bonus vragen:
4. Wat is het verband tussen erosie en sedimentatie?
Gebruik hierbij een als-dan redenatie. Als dit gebeurt, dan gebeurt er dat.
5. Waarom is er in de bovenloop van een rivier erosie en in de benedenloop van een rivier sedimentatie? Geef één reden.






Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide