Blok 2 paragraaf 2.1 t/m 2.4

WELKOM!
Blok 2 paragraaf 2.1 t/m 2.4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM!
Blok 2 paragraaf 2.1 t/m 2.4

Slide 1 - Slide

Wat is FIFO?
A
oudste voorraad eerst opmaken
B
nieuwe voorraad eerst opmaken
C
nieuwe voorraad bestellen
D
voorraad pas bestellen als alles op is

Slide 2 - Quiz

Noem een product dat FIFO wordt opgeslagen

Slide 3 - Open question

Hoe werkt het LIFO-principe?
A
Het eerste toegevoegde item wordt als eerste verwijderd
B
Het laatst toegevoegde item wordt als eerste verwijderd
C
Het eerste toegevoegde item wordt als laatste verwijderd
D
Het laatst toegevoegde item wordt als laatste verwijderd

Slide 4 - Quiz

het LIFO systeem wordt gehanteerd bij

A
producten zonder THT/TGT datum
B
producten met THT/TGT datum
C
seizoensproducten
D
producten met hoge waarde

Slide 5 - Quiz

Aan het eind van de les:
  • kun je benoemen wat een winkelindeling is.
  • kun je uitleggen wat brandpunten en eyecatchers zijn.
  • heb je geoefend met schappenplan en schapindeling.
  • kun je spiegelen en restaureren.
  • kun je uitleggen wat het nut is van een houdbaarheidsdatum

Slide 6 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Groep 1: paragraaf 2.1 --> mevrouw Gardeniers
  • Groep 2: paragraaf 2.2 --> meneer Haagmans
  • Groep 3: paragraaf 2.3 --> mevrouw Jacobi 

Vandaag theorie in het boek, volgende week praktijk in ODK

Slide 7 - Slide

Lesdoelen checken
quizvragen m.b.v. wisbordjes

Hebben we de lesdoelen bereikt?

Slide 8 - Slide

Waar wordt de winkelinrichting niet door bepaald?
A
Routing
B
De plaatsing van het assortiment
C
personeel
D
Lay-out winkel

Slide 9 - Quiz

Er staan 4 flessen Pepsi Max naast elkaar. Hoe noemen we dat?

A
Een brandpunt van 4
B
Een facing van 4
C
Een eyecatcher van 4
D
Een routing van 4

Slide 10 - Quiz

De afbeelding is een voorbeeld van ...?
A
Eyecatcher
B
Brandpunt

Slide 11 - Quiz

Welke producten staan er op ooghoogte?
A
De producten met de hoogte winstmarge
B
De goedkoopste producten
C
De duurste producten
D
Het huismerk

Slide 12 - Quiz

Wat is een facing?
A
Een plattegrond van een schap
B
Het aanvullen van de artikelen
C
De zichtbare voorkant van een artikel
D
Regels voor het aanvullen

Slide 13 - Quiz

Mike werkt in een schoenenwinkel. Er zijn veel klanten geweest die na het passen de schoenen op een andere plek terug hebben gezet. Mike heeft de opdracht gekregen om de schoenen weer op de goede plek te zetten.

Hoe wordt dit genoemd?

A
Vakkenvullen
B
Etaleren
C
Restaureren
D
Spiegelen

Slide 14 - Quiz

Artikelen met het etiket naar voren zetten en vooraan de schaprand. Het schap lijkt nu vol.
Dit heet ...?
A
Blokken
B
Spiegelen
C
Restaureren
D
Routing

Slide 15 - Quiz

Op potten jam staan houdbaarheidsdata. Jij gaat ze volgens FIFO in het schap plaatsen. Welk product staat er als tweede vooraan in het schap?
A
de jampot met houdbaarheidsdatum 01-06-2025
B
de jampot met houdbaarheidsdatum 02-03-2025
C
de jampot met houdbaarheidsdatum 10 juli 2025
D
de jampot met houdbaarheidsdatum 02-juni-2025

Slide 16 - Quiz

FIJNE DAG VERDER!!

Slide 17 - Slide