Je werkt nog niet zo lang op een woongroep voor mensen met ASS (autisme) en je maakt je zorgen over Joep (33 jaar). Joep heeft naast autisme een chronische ziekte: MS. Ondanks dat Joep MS heeft, gaat hij vier keer per week naar zijn werk in de bakkerij. Daar pakt hij de producten in de verpakking, zoals broodjes en koekjes. Hij ziet er de laatste dagen moe uit en je vindt hem wat prikkelbaar. Je besluit met hem in gesprek te gaan.
Wat wil je van hem weten? Welke vragen ga je stellen?
Schrijf minimaal 5 vragen op.