Grammatica - eerste stappen

Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten
Persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
lidwoord 
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
persoonlijk voornaamworod
bezittelijk voornaamwoord
1 / 18
next
Slide 1: Drag question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten
Persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
lidwoord 
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
persoonlijk voornaamworod
bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Drag question

In welke volgorde ontleed je een zin? Zet het in de juiste volgorde.
PV benoemen
Zinsdeelstrepen
OW benoemen
WG benoemen
LV?
MV?
BWB?

Slide 2 - Drag question

Grammatica zinsdelen
Maxim leest een tijdschrift voor aan Levi.
Aantal zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
5
3
4
leest voor
Levi
Maxim
leest
een tijdschrift

Slide 3 - Drag question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
wwg
ond
mv
lv
Onderweg
heeft
zij
een high-five
haar zus
gegeven.

Slide 4 - Drag question

doet
is of wordt
Er is sprake van een werkwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...
Er is sprake van een naamwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...

Slide 5 - Drag question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
wwg
ond
mv
lv
Aan wie
zal
de president
de medaille
straks
geven?

Slide 6 - Drag question

doet
is of wordt
Er is sprake van een werkwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...
Er is sprake van een naamwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...

Slide 7 - Drag question

In een naamwoordelijk gezegde...
A
doet iemand iets
B
wil iemand iets
C
is iemand iets
D
staan alleen maar werkwoorden

Slide 8 - Quiz

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Haar broer schijnt heel aardig te zijn

Slide 9 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Jesper is naar het circus geweest 

Slide 10 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Ik was een piraat

Slide 11 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
De nieuwe dokter lijkt me een enge man.

Slide 12 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
De nieuwe dokter lijkt me een enge man.

Slide 13 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Ik was een piraat

Slide 14 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Jesper is naar het circus geweest 

Slide 15 - Drag question

gezegde
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
De docent
geeft
uitleg over grammatica
aan de leerlingen.

Slide 16 - Drag question

O = 
NG =
LV =
MV =
BWB=
Ik
blijf
de komende weken
enthousiast
over grammatica.

Slide 17 - Drag question

Zinnen ontleden ...
A
... vind ik helemaal niet moeilijk.
B
... vind ik een beetje moeilijk.
C
... vind ik erg moeilijk.
D
... huh? Zinnen ontleden, wat is dat?

Slide 18 - Quiz