Gebruik van de Spaanse verleden tijden: pretérito indefinido en pretérito imperfecto

Gebruik van de Spaanse verleden tijden: pretérito indefinido en pretérito imperfecto

Aan het einde van de les kun je...

• Het verschil tussen de pretérito indefinido en pretérito imperfecto herkennen.
• De pretérito indefinido correct vervoegen en gebruiken.
• De pretérito imperfecto correct vervoegen en gebruiken.
• Bepalen wanneer je de pretérito indefinido of de pretérito imperfecto moet gebruiken in verschillende contexten.

Wat weet je al over de Spaanse verleden tijden: pretérito indefinido en pretérito imperfecto?

Definitie en gebruik van de pretérito indefinido

Een verleden tijd in het Spaans die gebruikt wordt om voltooide handelingen in het verleden te beschrijven.

Vervoegingen van -ar, -er, -ir werkwoorden in de pretérito indefinido

Vervoegingen verschillen voor -ar, -er en -ir werkwoorden.

Definitie en gebruik van de pretérito imperfecto

Een verleden tijd in het Spaans die gebruikt wordt om gewoontes, beschrijvingen, of niet afgesloten handelingen in het verleden te beschrijven.

Vervoegingen van -ar, -er, -ir werkwoorden in de pretérito imperfecto

Vervoegingen verschillen voor -ar, -er en -ir werkwoorden.

Verschillen in gebruik tussen pretérito indefinido en pretérito imperfecto

Pretérito indefinido wordt gebruikt voor voltooide handelingen op een specifiek moment in het verleden, terwijl pretérito imperfecto wordt gebruikt voor lopende gebeurtenissen of gewoontes zonder specifiek einde.

Definitie en gebruik van de pretérito indefinido en pretérito imperfecto

• Pretérito indefinido: Een verleden tijd in het Spaans die gebruikt wordt om voltooide handelingen in het verleden te beschrijven.
• Pretérito imperfecto: Een verleden tijd in het Spaans die gebruikt wordt om gewoontes, beschrijvingen, of niet afgesloten handelingen in het verleden te beschrijven.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.