2K1 hoofdstuk 1 Taalverzorging pv tt en vt

Socialiseren
Neem plaats.
Mobiel in je tas/ zak.

Je pakt je leesboek. 
Je pakt een Chromebook.






timer
5:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Socialiseren
Neem plaats.
Mobiel in je tas/ zak.

Je pakt je leesboek. 
Je pakt een Chromebook.






timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
Vandaag:
We werken in Hoofdstuk 1 (blauwe gedeelte)
Taalverzorging - grammatica

Je leert over de persoonsvorm tt en vt



Slide 2 - Slide

Lezen ZS
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

PV Tegenwoordige tijd (tt)
*ik erbij of jij/je erachter: de ik-vorm
*ik vind, vind jij/je
*jij vindt, hij/zij vindt
*meervoud: het hele werkwoord
  wij/jullie/zij vinden

Tip: gebruik lopen om te horen of er een -t achter de ik-vorm moet.


Slide 6 - Slide

Vul in de tt (hoesten):
Tijdens de film ........mijn buurman de hele tijd.
A
hoest
B
hoesten

Slide 7 - Quiz

Vul in de tt (struikelen):
Jelmer ...... over de snoeren van zijn computer.
A
struikelde
B
struikelt

Slide 8 - Quiz

Vul in de tt (branden):
Bied jij de gasten iets te drinken aan?
A
bied
B
biedt

Slide 9 - Quiz

PV Verleden tijd (vt) van zwakke werkwoorden

enkelvoud: ik-vorm + -de/-te 
ik/jij/hij pakte, gooide, lustte, landde
meervoud: ik-vorm + -den/-ten
wij/jullie/zij pakten, gooiden, lustten, landden


Slide 10 - Slide

Birgit ...... (weigeren) de baan als vakkenvuller in verband met haar lage loon. Vul in PV in de verleden tijd.
A
weigerde
B
weigert

Slide 11 - Quiz

Tijdens de lancering .................(ontploffen) de NASA-raket. Vul in PV in de verleden tijd.
A
ontplofte
B
ontplofde

Slide 12 - Quiz

In het watergevecht ..................(richten) de jongens de supersoakers op de meisjes. Vul in PV in de verleden tijd.
A
richten
B
richtten

Slide 13 - Quiz

Na de douche ..........(rillen) Gerard. Vul in PV in de verleden tijd.
A
rilde
B
rildde

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Kayra .........(vinden) vroeger Justin Bieber goed zingen.
A
vond
B
vindt

Slide 15 - Quiz

PV Verleden tijd (vt) van sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank. 

Je schrijft ze zo kort mogelijk:

enkelvoud: ik/jij/hij gaf, wist, vond

meervoud: wij/jullie/zij gaven, wisten, vonden

Slide 16 - Slide

Vul een vorm van de vt in:
Vroeger ......... (dragen) veel mensen een hoed.
A
droegen
B
draagden

Slide 17 - Quiz

Vul een vorm van de vt in:
Joelle ......... (zingen) vroeger zo vals als een kraai.
A
zingde
B
zong

Slide 18 - Quiz

Vul een vorm van de vt in:
Tijdens de les gisteren .........(hoesten) Bob de hele tijd.
A
hoeste
B
hoestte

Slide 19 - Quiz

Wat moet je kennen/kunnen voor de toets taalverzorging?

*Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in de zin vinden.
*Je kunt de persoonsvorm in samengestelde zinnen vinden en je weet wat samengestelde zinnen zijn.
*Je kunt de persoonsvorm in de tt en vt spellen.

Slide 20 - Slide

Toets taalverzorging
Morgen toets taalverzorging.
Deze toets telt 4 x mee.

Je kunt nog oefenen voor deze toets in:
som/leermiddelen/nederlands
H1 blauwe gedeelte

Slide 21 - Slide