BS 4, het zenuwstelsel en BS 5, Gedrag

Doelen
BS 4, Het zenuwstelsel
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
BS 5, Gedrag
Je kunt uitleggen wat gedrag is.
Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Doelen
BS 4, Het zenuwstelsel
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
BS 5, Gedrag
Je kunt uitleggen wat gedrag is.
Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 1 - Slide

Centrale zenuwstelsel

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggemerg. 

Deze staan in verbinding met de zenuwen. 

Slide 2 - Slide

Ruggenmerg
Het ruggenmerg wordt beschermd door het bot. 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe werkt het?
  1. Zintuigen reageren op prikkels ( geluid, warm,koud,geur,aanraking)
  2. In de zintuigen worden impulsen gemaakt (seintjes)
  3. Impulsen worden via de zenuwen doorgegeven naar de hersenen
  4. Je hersenen verwerken de impulsen = je wordt je bewust van je omgeving!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Functies zenuwstelsel
  • impulsen verwerken die van de zintuigen afkomen
  • werking regelen van spieren en klieren ( bv speeksel maken door speekselklieren)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is gedrag?

Lachen

Kijken

Geluiden maken

Slapen

Geurstoffen maken

Stil staan

Eigenlijk is het alles wat een dier (dus ook een mens) doet.  

Slide 10 - Slide

Gedrag bestaat uit handelingen met een doel.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Motivatie

Slide 13 - Slide

Motivatie?
Motivatie is de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.

Maar gedrag hangt niet altijd van motivatie af. 

Slide 14 - Slide

Hoe wordt gedrag bepaald?




Gedrag is aangeleerd, of aangeboren. 


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Sociaal gedrag
Gedrag kan beinvloed worden door soortgenoten. Dit gedrag noem je sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal.

Als je je vinger in de klas opsteekt, krijg je aandacht. 

Slide 17 - Slide

Geursignalen

Slide 18 - Slide

Observatie/interpretatie

Slide 19 - Slide

Weektaak
Je hebt dus vanaf nu de tijd om deze weektaak voor de eerstvolgende les af te hebben: donderdag 4 Juni. 

KIJK: de gehele LU nog een keer door en bekijk de filmpjes. 
LEES: de tekst van BS 4 en 5. 
MAAK: de opdrachten van BS 4 en 5. 

Slide 20 - Slide