This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Zintuigen reageren op prikkels, waardoor impulsen via zenuwen naar je hersenen gaan. Om te reageren op een prikkel, gebruik je je spieren. In welke volgorde vinden deze gebeurtenissen plaats?
1
2
3
4
5
6
De hersenen verwerken de impulsen; je wordt je bewust van de prikkel.
Zintuigcellen in een zintuig vangen prikkels op.
In het zintuig ontstaan impulsen.
Via zenuwen gaan de impulsen naar een spier. Een spier trekt samen.
Zenuwen geleiden de impulsen naar het ruggenmerg.
Zenuwen in het ruggenmerg geleiden de impulsen naar de hersenen.
Slide 4 - Drag question
Welke omschrijving hoort bij welk begrip?
Alles wat een mens of dier doet
De bereidheid te reageren op prikkels
Een reactie op een prikkel
Elektrisch signaaltje
Invloed uit de omgeving
Prikkel bij sociaal gedrag
Respons
Gedrag
Motivatie
Signaal
Impuls
Prikkel
Slide 5 - Drag question
Eerlijk zijn
Elke dag een halfuur bewegen
Gezondheid
Niet stelen
Rekening houden met anderen
Wachten tot je aan de beurt bent
Norm
De gedragsregels die bij waarde horen.
Waarde
de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven
Norm
Norm
Waarde
Waarde
Slide 6 - Drag question
Is de zin een interpretatie of een observatie van gedrag?
De baby heeft honger
De baby huilt
De hond heeft pijn
De hond loopt mank
De kat is moe
De kat ligt op de bank
Interpretatie
Observatie
Interpretatie
Interpretatie
Observatie
Observatie
Slide 7 - Drag question
De volgende zinnen gaan over gedrag bij tandenpoetsen.
Een tube tandpasta met de dop erop is een ..... om de dop van de tube af te draaien.
De dop van de tube tandpasta afdraaien.
Tandpasta op je tandenborstel smeren.
Tandenpoetsen.
Als je net je tanden hebt gepoetst, is de ..... om je tanden te poetsen laag.
Prikkel
Respons
Gedragsketen
Handeling
Motivatie
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat is gedrag?
Slide 17 - Open question
Wat is een protocol?
A
De beschrijving van gedrag
B
De studie van gedrag
C
Een keten van handelingen
D
Een lijst van waargenomen handelingen
Slide 18 - Quiz
Als gedrag bestaat uit een serie handelingen in een vaste volgorde noemen we dit.....
Slide 19 - Open question
Is de zin een interpretatie of een observatie van gedrag?
Een hond is blij wanneer deze kwispelt.
De kat ligt in de zon.
Wanneer een baby huilt heeft deze pijn.
Het meisje rent.
Je klasgenoten praten.
De koe eet gras, want deze heeft honger.
Interpretatie
Observatie
Interpretatie
Interpretatie
Observatie
Observatie
Slide 20 - Drag question
Wat is geen juiste onderzoeksvraag?
A
Groeit een plant beter in het licht dan in het donker?
B
In hoeverre gebruikt een graafwespvrouwtje herkenningspunten op de grond om haar nest terug te vinden?
C
Wat is het verschil in scharrelgedrag tussen scharrelkippen en vrije uitloop kippen?
D
Wat is het effect van temperatuur op de groei van blauwalg?