Taalverzorging

Welkom klas 3F
Doelen van de les
  • Kennis maken
  • Afspraken maken over de lessen
  • Planning voor de komende weken maken
  • Uitleg krijgen over leestekens, citaat,persoonsvorm en tt en vt
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 3F
Doelen van de les
  • Kennis maken
  • Afspraken maken over de lessen
  • Planning voor de komende weken maken
  • Uitleg krijgen over leestekens, citaat,persoonsvorm en tt en vt

Slide 1 - Slide

De lessen
Vrijdagen: 
  • Je hebt altijd je boek, schrift, pen, leesboek, fictiedossier, I-pad mee naar de les
  • les starten met 10 minuten stil lezen
  • zelfstandig werken aan (huiswerk)opdrachten/nakijken
  • werken aan je fictie dossier
  • Je hebt je huiswerk gemaakt


Slide 2 - Slide

De lessen
Donderdagen
  • Je hebt altijd je boek, schrift, pen, leesboek, fictiedossier, I-pad bij je naar de les
  • les starten met 10 minuten stillezen
  • Uitleg over de lesstof
  • Zelfstandig werken aan de  ( huiswerk)opdrachten/nakijken
  • Werken aan je fictiedossier

Slide 3 - Slide

Planning voor de komende tijd
  • Toets Nederlands Taalverzorging in komende toetsweek
  • Fictie dossier inleveren 1 mei
  • We behandelen 2 thema's per week ( zie inhoudsblad boek)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen deze les
  • Je weet wat leestekens zijn en hoe je deze gebruikt.
  •  Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige en in de verleden tijd moet schrijven.
  • Je weet wat een citaat is en hoe je die gebruikt.

Slide 5 - Slide

Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.

Er zijn veel verschillende leestekens.

Slide 6 - Slide

Wat is een citaat?
Iets wat iemand letterlijk/echt heeft gezegd.
Je gebruikt een citaat in een zin door : " hoofdletter beginnen......." te gebruiken.

Slide 7 - Slide

Persoonvorm
Wat is de persoonsvorm?
Het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen.

Hoe vind je de persoonsvorm?
- Maak de zin vragend dan komt de persoonsvorm vooraan de staan.





Slide 8 - Slide

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoordt
Wij antwoorden

Slide 9 - Slide

Verleden tijd
Zwakke werkwoorden​
ik-vorm + te(n) of de(n)

Sterk​e werkwoorden         
Veranderen van klank​





Slide 10 - Slide

Afsluiting
  • huiswerk opgeven
  • Vragen

Slide 11 - Slide