blok 6 week 3 les 5 + ww

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

schrijven [vt] De afgelopen dagen _____________ Stefan elke dag in zijn dagboek.

Typ het woord dat je hoort!

bouwen [tt] Je _____________ leuke dingen met je blokken.

Typ het woord dat je hoort!

knippen [vt] Wij _____________ afgelopen zomer een slinger uit papier.

Typ het woord dat je hoort!

knopen [tt] Judy en Maarten _____________ een touw om een boom.

Typ het woord dat je hoort!

antwoorden [vt] Toen _____________ Henk op de vraag.

Typ het woord dat je hoort!

repareren [tt] Wij _____________ de radio van mijn vader.

Typ het woord dat je hoort!

bakken [vd] Wij hebben koekjes _____________.

Typ het woord dat je hoort!

nemen [tt] Rick _____________ een fiets mee in de trein.

Typ het woord dat je hoort!

knutselen [vt] Jij _____________ vorige week een mooie collage.

Typ het woord dat je hoort!

melken [tt] Leo _____________ de geiten in de wei.

Typ het woord dat je hoort!

Typ het woord dat je hoort!

Typ het woord dat je hoort!

Typ het woord dat je hoort!

Typ de zin die je hoort!

Typ de zin die je hoort!

Typ de zin die je hoort!