Wk50 2 Lezen 3 les 1

Lezen 3
Les 1
Toetsdatum: donderdag 19 januari
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen 3
Les 1
Toetsdatum: donderdag 19 januari

Slide 1 - Slide

Planning
Boekjes en theorie uitdelen

  • Uitleg: leestypes 10 minuten
  • Herhaling: leesstrategieën 10 minuten
  • Uitleg: signaalwoorden 20 minuten
  • Werkvorm 20 minuten
  • Huiswerk  15 minuten

Slide 2 - Slide

Leestypes (blz. 3)
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Leesuitdaging (blz. 3 en 4)
  • Doornemen: leesuitdagingen
  • Markeer: de uitdaging(en) waarmee jij aan de slag wil gaan 

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën

Vóór het lezen (voorspellend lezen)
  • Bepaal je leesdoel: waarom wil of moet je de tekst lezen?
  • Kijk naar het tekstgeraamte: voorspel waar de tekst over gaat.
  • Schrijf je voorkennis op over het onderwerp.
  • Voorspel of het tekstniveau goed is.
  • Bepaal of je de tekst helemaal wilt gaan lezen.                                                

Slide 5 - Slide

Leesstrategieën

       Tijdens het lezen (grondig lezen)
  • Ophelderen wat je niet meteen begrijpt.
  • Vragen stellen aan jezelf.
  • Samenvatten                                                                                                                                   Na het lezen
  • Terugkijken
  • Samenvatten
  • Nagaan wat nieuw was in deze tekst                         

Slide 6 - Slide

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 7 - Quiz

Aan de slag!

  • Lees het artikel (blz. 5-7)
  • Markeer signaalwoorden

timer
10:00

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 9 - Drag question

Vreemde signaalwoorden
https://docent.plot26.nl/theoriebox/item/signaalwoorden 

  • Mijn fietslicht was kapot. Daarom kreeg ik een bekeuring.
  • Mijn fietslicht was kapot, toch kreeg ik een bekeuring.

Slide 10 - Slide

Vreemde signaalwoorden

  • Mijn fietslicht was kapot. Daarom kreeg ik een bekeuring.
  • Mijn fietslicht was kapot, toch kreeg ik een bekeuring.

Slide 11 - Slide

Werkvorm
  • Schrijf zelf een tekst met twee foute en twee goede signaalwoorden. Schrijf de correcte signaalwoorden in je schrift (8 minuten)
  • Je buurman of -vrouw moet de onjuiste signaalwoorden aanpassen (5 minuten)
  • Nakijken maar! (5 minuten)

Slide 12 - Slide

Huiswerk
  • Maken: opdracht signaalwoorden en tekstverbanden (blz. 1-2)

  • Klaar?: extra oefenen met leesvaardigheid




Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?



A
zoals
B
echter
C
Bijvoorbeeld
D
Ten eerste

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 15 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorbeeld?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 16 - Quiz

Introfilmpje
  1. Lees je graag?
  2. Heb je de afgelopen tijd veel gelezen?
  3. Als je leesmotor niet goed werkt, wat is dan de oplossing hiervoor?

Slide 17 - Slide