This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hallo ihr Lieben
Slide 1 - Slide
Programm:
In deze les leer je iets over de Duitse modale werkwoorden.
Slide 2 - Slide
Doel:
Aan het einde van deze les:
- weet je wat modale werkwoorden zijn,
- weet je hoe de Duitse modale werkwoorden eruit zien,
- weet je welke twee kenmerken de modale werkwoorden hebben,
- kun je klantgerichte zinnen maken met deze werkwoordvariant.
Slide 3 - Slide
Nut:
Modale werkwoorden komen veel voor in het alledaagse taalgebruik.
Zeker in klantsituaties zal je veel zinnen gebruiken waarin deze werkwoorden voorkomen.
Ze hebben twee belangrijke kenmerken die goed moeten worden omgeslagen.
Slide 4 - Slide
Instructie:
Modale werkwoorden geven een staat van zijn aan:
je kunt in een bepaalde modus zijn.
Er zijn in totaal 7 modale werkwoorden in het Duits:
Slide 5 - Slide
Wollen= willen: de wensende/ drijvende vorm
Müssen= moeten: de noodzakelijke/ onvermijdelijke vorm
Sollen= zullen: de eisende/ dwingende vorm
Dürfen=mogen: de toestemmende/ in staat stellende vorm
Mögen= mogen: de goedkeurende/ waarderende vorm
Können= kunnen: de vorm die een mogelijkheid biedt
Wissen= weten: niet echt een modaal werkwoord, maar wel qua structuur.
Slide 6 - Slide
In het schema dat zo getoond wordt, zie je de vervoegingen van deze werkwoorden.
Twee zaken zijn heel kenmerkend en wezenlijk voor deze werkwoorden.
Kijk goed naar de werkwoorden, vergelijk de meervoudsvormen met de enkelvoudsvormen en vergelijk de vervoegingen horend bij de verschillende personen onderling.
Wat valt op?
Slide 7 - Slide
In het schema dat zo getoond wordt, zie je de vervoegingen van deze werkwoorden.
Twee zaken zijn heel kenmerkend en wezenlijk voor deze werkwoorden.
Kijk goed naar de werkwoorden, vergelijk de meervoudsvormen met de enkelvoudsvormen en vergelijk de vervoegingen horend bij de verschillende personen onderling.
Wat valt op?
Slide 8 - Slide
Welke twee kenmerken hebben modale werkwoorden?
Slide 9 - Open question
Was ... ich für Sie tun? (können)
Slide 10 - Open question
.... Sie eine Tasse Kaffee? (wollen)
Slide 11 - Open question
... Mark zur Toilette gehen? (dürfen)
Slide 12 - Open question
Klasse 2C ... viel von Marketing. (wissen)
Slide 13 - Open question
Welke twee kenmerken hebben modale werkwoorden?
Slide 14 - Open question
Opdracht:
Jullie vinden in Teams twee oefenlinks waarmee jullie de uitleg kunnen gaan toepassen.
Gebruik eventueel het werkwoordenschema erbij.
Mocht je het samen willen doen, blijf dan bij de volgende slide.
Slide 15 - Slide
https:
Slide 16 - Link
Even checken:
Slide 17 - Slide
Noteer de ik-vorm van wollen, können, dürfen en müssen.
Slide 18 - Open question
Was ... ich für Sie tun? (können)
Slide 19 - Open question
.... Sie eine Tasse Kaffee? (wollen)
Slide 20 - Open question
... Mark zur Toilette gehen? (dürfen)
Slide 21 - Open question
Klasse 2C ... viel von Marketing. (wissen)
Slide 22 - Open question
Du ... wirklich eine Corona-Test machen! (sollen)
Slide 23 - Open question
Ich ... kein Wattestäbchen in meiner Nase! (mögen)