What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Modale werkwoorden
Tegenwoordige tijd Klas 4
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Modale werkwoorden
Tegenwoordige tijd Klas 4
Slide 1 - Slide
Modale verben
können kunnen/instaat zijn
mögen houden van/lusten/lmogen (aardig vinden)
dürfen mogen/toestemming hebben
wollen willen
wissen weten
müssen moeten/noodzaak/moet van jezelf
Slide 2 - Slide
Welke uitgangen krijgen de modale werkwoorden bij ich en er/sie/es?
A
-
B
e
C
t
D
en
Slide 3 - Quiz
Welke uitgangen krijgen de modale werkwoorden bij wir en Sie, sie meervoud?
A
-
B
e
C
t
D
en
Slide 4 - Quiz
Welke uitgangen krijgen de modale werkwoorden bij ihr?
A
-
B
e
C
t
D
en
Slide 5 - Quiz
houden van
kunnen
toestemming krijgen
willen
moeten
weten
wollen
mögen
dürfen
müssen
können
wissen
Slide 6 - Drag question
Vervoeg de modale werkwoorden.
(mögen) Wir ........... Pizza.
Slide 7 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden:
(können) Ich ............... gut kochen.
Slide 8 - Open question
Er........... (wollen) in die Stadt fahren.
Slide 9 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden.
(wissen) Du ........... nicht warum er nicht kommt.
Slide 10 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden.
(dürfen) Ihr........... heute nicht ins Kino gehen.
Slide 11 - Open question
Wir ......... (müssen) morgen einkaufen.
Slide 12 - Open question
Hunde (mv) _____ mit in diesen Park.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft
Slide 13 - Quiz
Ihr _____ diese Aufgabe machen.
A
muss
B
musst
C
müssen
D
müsst
Slide 14 - Quiz
_____ Sie wie spät es ist?
A
Weiß
B
Weißt
C
Wissen
D
Wisst
Slide 15 - Quiz
In Restaurants _____ er auch mit Kreditkarte zahlen.
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 16 - Quiz
Sander ...... (können) dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst
Slide 17 - Quiz
Modale werkwoorden
..... (wissen) Sie, wo die H&M ist?
A
Weiß
B
Weißen
C
Wissen
D
Weißt
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(mögen) ..... du Spinat?
A
Mögst
B
Dürfst
C
Magst
D
Darfst
Slide 19 - Quiz
Du ..... (wissen) es bestimmt!
A
weiß
B
weißen
C
wissen
D
weißt
Slide 20 - Quiz
Wat is de ik-vorm van het modale werkwoord können?
A
kann
B
kannt
C
könn
D
könnt
Slide 21 - Quiz
Ihr ...... (können) es nicht sehen.
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 22 - Quiz
Ich ..... (dürfen) es euch nicht sagen
A
dürfen
B
darf
C
dürft
D
dürf
Slide 23 - Quiz
Maxine ..... (müssen) noch viel lernen.
A
muss
B
müss
C
müssen
D
musst
Slide 24 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(müssen) Ich ....... meine Zähne putzen.
A
muss
B
müss
C
musse
D
müsse
Slide 25 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(müssen) ..... er noch Hausaufgaben machen?
A
müss
B
soll
C
muss
D
musst
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Wat betekent het modale werkwoord: dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen ( aardig vinden)
D
mogen ( toestemming hebben)
Slide 28 - Quiz
ENDE
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Les 18
April 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO Modale werkwoorden
October 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2m (Modalverben können, dürfen, müssen, wissen)
January 2024
- Lesson with
25 slides
Modale hulpwerkwoorden 3MAVO
April 2024
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Week 35 (week 21 2022) M2 Modalverben Können, dürfen, müssen, wissen
May 2022
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
February 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden
25 days ago
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
May 2024
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2