3.2 De crisis van de jaren 30 (MEMO)

3.2 - De crisis van de jaren 30
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 - De crisis van de jaren 30

Slide 1 - Slide

Leervragen 3.3
  • Welke gevolgen had de economische crisis voor Nederland?
  • Hoe reageerde de regering op de crisis?
  • Hoe leidde de crisis tot onrust in de samenleving? 

Slide 2 - Slide

De economische crisis vanaf 1929 
  • Verkoop van luxeproducten loopt terug --> bedrijven maken minder winst (worden minder waard) --> mensen verkopen hun aandelen --> aandelenkoersen dalen.

  • Oktober 1929 , VS - Beurskrach van Wall Street --> Plotselinge daling van aandelenkoersen.

  • Start economische crisis --> periode waarin het slecht gaat met de economie. 

Slide 3 - Slide

Gevolgen van de economische crisis
Veel werkloosheid (100.000 man in 1930, 500.000 man in 1936)

In 1931 --> steunverlening. Mensen tussen 21 en 60 jaar krijgen een kleine uitkering.

Controle was streng --> 2x per dag stempelen. Zo kon niemand extra werken. Deed je dit toch? Dan verloor je meteen je uitkering.

Werkverschaffing = werklozen krijgen steun in ruil voor werk doen voor de overheid.

Bijv. kanalen graven of parken aanleggen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Aanpassingspolitiek
  • Hendrikus Colijn: Minister president van Nederland in de jaren 30
  • Aanpassingspolitiek = De regering past zich aan op de dalende welvaart door minder geld uit te geven.
  • Plan van de Arbeid = Plan van de socialisten om meer banen te creëren. 

Slide 6 - Slide

Onrust in de samenleving
  • 1931 Textielstaking in Twente
  • 1932 Huurstakingen in Amsterdam
  • 1934 Jordaanoproer in Amsterdam

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke gevolgen had de economische crisis voor Nederland?
A
Zorgde voor meer werklozen en loonverlagingen
B
Zorgden voor meer werk en welvaart
C
Zorgde voor minder eten en vrijheid
D
Zorgde voor meer verhuizingen naar het buitenland

Slide 9 - Quiz

Hoe reageerde de regering op de crisis?
A
De regering deed niks
B
De regering gaf veel geld uit aan uitkeringen
C
Er kwam steunverlening vanuit de regering
D
De regering zorgde voor meer eten en kleding

Slide 10 - Quiz

Hoe leidde de crisis tot onrust in de samenleving?
A
Er was geen onrust
B
Er kwam 1 opstand die de regering uit het land gooide
C
De regering begon meer geld uit te geven aan de werklozen
D
Er kwamen drie protesten die allemaal onderdrukt werden

Slide 11 - Quiz