1.5 Weet je het nog? - WWG & Ond

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5 Weet je het nog? wwg & ond
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.5 Weet je het nog? wwg & ond
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 24.


Huiswerk controle:
1.4 opdracht 6 t/m 9

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - kun je het werkwoordelijke gezegde in een zin vinden
    - kun je het onderwerp in een zin vinden.


    Slide 3 - Slide

    3. Arrangementen
    - Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
    Gijs, Jochem & Jamie

    - Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
    Jessica, Niek, Jaysen & Krystian

    - Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
    n.v.t.

    Slide 4 - Slide

    Verdiept arrangement:
    Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie

    Huiswerk noteren + maken:
    les: 1.5 Weet je het nog? werkwoordelijke gezegde & onderwerp
    blz: 24 & 25
    opdr: 10 t/m 12

    Slide 5 - Slide

    Mini-check
    Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

    Slide 6 - Slide

    Wat is het werkwoordelijk gezegde?
    A
    Alle werkwoorden in een zin
    B
    Alle leestekens in een zin
    C
    Alle personen in een zin
    D
    Leestekens

    Slide 7 - Quiz

    Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

    Mijn zus / zal / haar boeken / straks / naar de bibliotheek / brengen

    Slide 8 - Open question

    Wat is de regel om het onderwerp in een zin te vinden?
    A
    wie/wat = onderwerp
    B
    wat = onderwerp
    C
    wie/wat + pv = onderwerp
    D
    Je hebt geen regel nodig

    Slide 9 - Quiz

    Wat is het onderwerp?

    Marina legt het onderwerp uit.
    A
    Marina
    B
    legt
    C
    het onderwerp
    D
    uit

    Slide 10 - Quiz

    Wat is het onderwerp in de zin:

    Mijn zus / zal / haar boeken / straks / naar de bibliotheek / brengen

    Slide 11 - Open question

    Wie maakt wat:
    3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
    les 1.5, opdracht 10 t/m 12, blz. 24 & 25

    De rest doet mee met de instructie.

    Slide 12 - Slide

    4. Instructie
    Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

    Slide 13 - Slide

     Werkwoordelijk gezegde
    • Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.

    • De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.

    • Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 
      ‘doet’ of ‘overkomt’.


    Slide 14 - Slide

    Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

    Lieke / werd / door de hond / aangevallen.

    Slide 15 - Open question

    Het onderwerp
    Je kunt het onderwerp vinden door de vraag:
    Wie of wat + het werkwoordelijk gezegde?
    Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.


    De kinderen hebben een kaars aangestoken.
    Wie hebben aangestoken?

    Antwoord: De kinderen

    Slide 16 - Slide

    Het onderwerp
    Ook kun je de getalproef doen om het onderwerp te vinden. 
    Je verandert de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud. Het onderwerp verandert dan mee. 

    Remco voetbalt elke dag (enkelvoud)

    De jongens voetballen elke dag (meervoud)

    Remco is veranderd in de jongens

    Slide 17 - Slide

    5. Begeleid inoefenen
    Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
    Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 1.5, opdracht 10 t/m 12 maken op blz. 24 & 25

    Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
    Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 11.

    Slide 18 - Slide

    6. Zelfstandig werken
    Lees goed de gele stukjes theorie. 
    Je maakt zelfstandig paragraaf 1.5 opdracht 10 t/m 12 op blz. 24 en 25.



    Ben je klaar? 
    Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je waar nodig. 
    Hierna ga je in stilte lezen in een boek. 

     
    timer
    1:00

    Slide 19 - Slide

    7. Evaluatie
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - kun je het werkwoordelijke gezegde in een zin vinden?
    - kun je het onderwerp in een zin vinden?

    Slide 20 - Slide

    8. Huiswerk & Toetsen
    Huiswerk:
    Donderdag 14 september
    1.5 opdracht 10 t/m 12
    Toetsen:
    Geen

    Slide 21 - Slide