Spelling: o.t.t.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Ik ________ (zwemmen) niet meer.

Slide 5 - Open question

Jij ________ (lachen) veel tegenwoordig.

Slide 6 - Open question

Hij ________ (zingen) een liedje voor haar.

Slide 7 - Open question

We ________ (komen) naar huis.

Slide 8 - Open question

Jullie ________ (eten) lekkere dingen.

Slide 9 - Open question

Zij ________ (staan) jullie aan.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Duid de juiste vorm van het werkwoord aan.

De troep koeien _________ weg
A
lopen
B
loopt

Slide 12 - Quiz

Duid de juiste vorm van het werkwoord aan.

De groep mensen _________ een ticket.
A
koopt
B
kopen

Slide 13 - Quiz

Duid de juiste vorm van het werkwoord aan.

Het hoopje tieners _________ een liedje voor haar.
A
zingt
B
zingen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide