Krokodillen ontstonden ongeveer 102 miljoen jaar geleden, en zijn nog steeds een relatief succesvolle groep
Dromaeosaurus: ontstond ongeveer 67 miljoen jaar geleden. Had veren. vormt een uitgestorven groep in hetzelfde clade waar nu ook moderne vogels worden ingedeeld. Omnivoor
Tyrannosaurus rex: ontstond ongeveer 72 miljoen jaar geleden. Deze is relatief klein, sommigen konden 12 meter lang worden. Een carnivoor.
Edmontonia: ontstond ongeveer 78 miljoen jaar geleden. Herbivoor. De stekels dienden niet alleen ter bescherming voor predatoren, maar waarschijnlijk ook voor het imponeren van vrouwtjes.
Varen: een van de eerste landplanten die 360 miljoen jaar geleden ontstonden. Vroeger ook veel boomvarens, maar concurrentie van bedektzadigen heeft de varens flink teruggedrongen in aantallen.
Lees de beschrijvingen van deze organismen goed door:
Noteer naam en ouderdom
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Krokodillen ontstonden ongeveer 102 miljoen jaar geleden, en zijn nog steeds een relatief succesvolle groep
Dromaeosaurus: ontstond ongeveer 67 miljoen jaar geleden. Had veren. vormt een uitgestorven groep in hetzelfde clade waar nu ook moderne vogels worden ingedeeld. Omnivoor
Tyrannosaurus rex: ontstond ongeveer 72 miljoen jaar geleden. Deze is relatief klein, sommigen konden 12 meter lang worden. Een carnivoor.
Edmontonia: ontstond ongeveer 78 miljoen jaar geleden. Herbivoor. De stekels dienden niet alleen ter bescherming voor predatoren, maar waarschijnlijk ook voor het imponeren van vrouwtjes.
Varen: een van de eerste landplanten die 360 miljoen jaar geleden ontstonden. Vroeger ook veel boomvarens, maar concurrentie van bedektzadigen heeft de varens flink teruggedrongen in aantallen.
Lees de beschrijvingen van deze organismen goed door:
Noteer naam en ouderdom
Slide 1 - Slide
Welk van deze dieren eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel?
Edmontonia
Dromaeosaurus
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Sleep alle organismen naar je juiste tijdsperiode van ontstaan
Let op! soms kun je dus meerdere afbeeldingen naar hetzelfde hokje slepen
20 mjg
Nu
40 mjg
60 mjg
80 mjg
100 mjg
120 mjg
<--
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Het bovenstaande ecosysteem geeft een beeld van welke tijdsperiode?
Gebruik BINAS 94A
(of blz. 252 boek)
A
Het carboon
B
het Trias
C
het Krijt
D
Het Tertiar
Slide 5 - Quiz
Sleep de fossielen naar de juiste pijlen
A
B
C
Slide 6 - Drag question
Waardoor worden er veel meer krokodillenfossielen gevonden dan varenfossielen?
A
Er waren veel meer krokodillen
B
Varens blijven minder goed bewaard (geen harde delen)
C
Krokodillen werden minder vaak opgegeten
D
Varens komen op minder verschillende plekken voor
Slide 7 - Quiz
Wat is de meest betrouwbare manier van het op leeftijd schatten van een krokodillenfossiel?
A
Vergelijken met varen-fossielen in dezelfde aardlaag
B
Vergelijken met dromaeosaurus- fossielen in dezelfde aardlaag
C
Absolute ouderdomsbepaling op basis van C14
D
Absolute ouderdomsbepaling op basis van C12
Slide 8 - Quiz
Welk van deze onderstaande mechanismen zouden GEEN drijfveer achter evolutie kunnen zijn?
A
Mutaties
B
Recombinatie
C
genetische variatie
D
Differentiatie
Slide 9 - Quiz
Het experiment van Fransisco Redi is een voorbeeld van
A
Experimenteel onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek
Slide 10 - Quiz
Welke pot dient in dit experiment als controlegroep?
A
Pot A
B
Pot B
C
Pot C
D
Géén van de potten
Slide 11 - Quiz
Waar is het celmembraan ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D
Slide 12 - Quiz
Waar is de celkern ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D
Slide 13 - Quiz
Waar zijn chloroplasten ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D
Slide 14 - Quiz
Welke vorm van symbiose hadden de eerste cyanobacteriën (die later chloroplasten werden) en eukaryote cellen?
A
Parasitisme
B
Mutualisme
C
Commensalisme
D
Geen van bovenstaande
Slide 15 - Quiz
Als de endosymbiosetheorie klopt dan zijn prokaryoten opgenomen in een eukaryote cel via blaasjes (=via endocytose). Hoeveel laagjes fosfolipiden zitten er dan tussen de binnenkant van een chloroplast en het cytoplasma van de eukaryote cel?
A
1 laag
B
2 lagen
C
3 lagen
D
4 lagen
Slide 16 - Quiz
Waardoor kunnen we autotroof niet gebruiken voor de indeling van alle soorten op aarde?
Slide 17 - Open question
Sleep de gele kaders in de juiste volgorde in de rode kaders.