V4 7.4 + 7.5 + fossielenvragen

Sleep de juiste begrippen (geel) op de juiste definities (rood)
Organisme zonder celkern
Organisme met celkern
Organisme die zijn eigen organische materiaal (=voedingsstoffen) produceert 
Organisme die organisch materiaal (=voedingsstoffen) van andere organismen gebruikt door ze te eten
Evolutionaire stamboom die verwantschappen aangeeft 
Indeling van verschillende soorten organismen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
Indeling van verschillende soorten organismen op basis van gemeenschappelijke voorouders
Theorie over het onstaan van de eerste eukaryote cellen
Prokaryoot
Heterotroof
Eukaryoot
autotroof
Taxonomisch
cladogram
clade
Endosymbiose-theorie
1 / 19
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Sleep de juiste begrippen (geel) op de juiste definities (rood)
Organisme zonder celkern
Organisme met celkern
Organisme die zijn eigen organische materiaal (=voedingsstoffen) produceert 
Organisme die organisch materiaal (=voedingsstoffen) van andere organismen gebruikt door ze te eten
Evolutionaire stamboom die verwantschappen aangeeft 
Indeling van verschillende soorten organismen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
Indeling van verschillende soorten organismen op basis van gemeenschappelijke voorouders
Theorie over het onstaan van de eerste eukaryote cellen
Prokaryoot
Heterotroof
Eukaryoot
autotroof
Taxonomisch
cladogram
clade
Endosymbiose-theorie

Slide 1 - Drag question

Het experiment van Fransisco Redi is een voorbeeld van
A
Experimenteel onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek

Slide 2 - Quiz

Welke pot dient
in dit experiment
als controlegroep?
A
Pot A
B
Pot B
C
Pot C
D
Géén van de potten

Slide 3 - Quiz

Waar is het celmembraan ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D

Slide 4 - Quiz

Waar is de celkern ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D

Slide 5 - Quiz

Waar zijn chloroplasten ontstaan?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van symbiose hadden de eerste cyanobacteriën (die later chloroplasten werden) en eukaryote cellen?
A
Parasitisme
B
Mutualisme
C
Commensalisme
D
Geen van bovenstaande

Slide 7 - Quiz

Als de endosymbiosetheorie klopt dan zijn prokaryoten opgenomen in een eukaryote cel via blaasjes (=via endocytose). Hoeveel laagjes fosfolipiden zitten er dan tussen de binnenkant van een chloroplast en het cytoplasma van de eukaryote cel?
A
1 laag
B
2 lagen
C
3 lagen
D
4 lagen

Slide 8 - Quiz

Waardoor kunnen we autotroof niet gebruiken voor de indeling van alle soorten op aarde?

Slide 9 - Open question

Sleep de gele kaders in de juiste volgorde in de rode kaders. 
Meercelligheid
Ontstaan celkern
Ontstaan celmembraan
Ontstaan mitochondriën
Ontstaan chloroplasten

Slide 10 - Drag question

Ouderdomsbepaling en verwantschap van fossielen 

Slide 11 - Slide

Ammonieten zijn een andere uitgestorven groep die ook enkele overeenkomsten laat zien in bouw van de trilobiet. Ammonieten zijn ongeveer 409 miljoen jaar geleden ontstaan. De schelp van de ammonieten kan teruggevonden worden als fossiel.
Zeewier staat op de bodem van de krijt zee en is de producent in dit ecosysteem, via de wortels in de bodem neemt de plant opgeloste mineralen op.
Belemnieten zijn een uitgestorven groep organismen die lijken op de huidige pijlintkvissen, zoals de zeekat (sepia). Ze zijn ontstaan 419 mjg en uitgestorven 65 mjg. Het rostrum (de kop) van de belemnieten kan terug gevonden worden als fossiel.
Een trilobiet is een organisme die leeft op de bodem van de krijt zee en is ongeveer 409 miljoen jaar geleden.
De afbeelding die je nu voor je hebt is een interpretatie van hoe het beeld onderwater eruit heeft gezien tijdens het Krijt. Deze afbeelding ongeveer op de locatie waar nu het huidige Maastricht ligt, in Zuid-Limburg.

Slide 12 - Slide

Een krijtzee? In Nederland? In het krijt zagen de continenten er heel anders uit. In welk land verwacht je GEEN belemniet fossielen te vinden?
A
Polen
B
Duitsland
C
Finland
D
Zwitserland

Slide 13 - Quiz

Wat zou de meest aannemelijke cladogram zijn op basis van het eerder beschreven verhaal (tip: gebruik BINAS 94A).
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Waarom vinden we juist deze delen (schelp, rostrum) van de dieren terug als fossiel?

Slide 15 - Open question

Je vindt een fossiel, waarvan je vermoed dat die uit het Cambrium komt, welke van de onderstaande fossielen is dan geschikt om als gidsfossiel te gebruiken?
A
Trilobiet
B
Belemniet
C
Ammoniet
D
Geen van deze is geschikt

Slide 16 - Quiz

Zeewier dat nu leeft in een vergelijkbaar ecosysteem bevat 10 picogram (pg) van het radioactief isotoop Ca-49 per gram lichaamsgewicht. Ca-49 heeft een halveringstijd van 1,75*10^7. In een versteend fossiel worden dezelfde isotopen gemeten, maar dan 0,625 pg Ca-49 per gram lichaamsgewicht. Bereken hoe oud dit betreffende fossiel is. Geef je antwoord weer in miljoen jaar geleden (mjg).

Slide 17 - Open question

Geef 2 redenen waarom juist het isotoop Ca-49 in plaats van C-14 gebruikt wordt voor de ouderdomsbepaling van belemnieten ?
(Tip: Gebruik binas T25A)

Slide 18 - Open question

Sleep de juiste begrippen (geel) op de juiste definities (rood)
Het totaal aan genen die een populatie onderling uitwisselt
Hoe vaak een allel voorkomt binnen een populatie
Het gericht veranderen van genen in een bepaalde richting
Het willekeurig veranderen van genen zonder een bepaalde richting
Formule waarmee de allelfrequenties bepaald kunnen worden
Wanneer de genetische variatie in een populatie relatief laag is als gevolg van het sterven van veel individuen in een lastige fase. 
Wanneer de genetische variatie in een populatie relatief laag is als gevolg van een heel klein groepje individuen die zich in een nieuw ecosysteem vestigen. 
Genenpoel
Genetic drift
Flessenhals-effect 
Allelfrequentie
Founder effect 
Formule van Hardy-Weinberg
Natuurlijke selectie

Slide 19 - Drag question