rechtsstaat herhalen stof

rechtsstaat 
herhalen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

rechtsstaat 
herhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Democratie
Dictatuur
Grondrechten worden niet gerespecteerd 
Er is verkiezingsfraude
Veel overheidsgeweld
Rechters zijn 'vriendjes' van de machthebbers
Er is sprake van censuur
Burgers (en dus ook minderdheden) hebben grondrechten 
Verkiezingen zijn vrij en geheim
Politie en leger mogen niet alles 
Rechters zijn onafhankelijk
De massamedia mogen schrijven wat ze willen
Er is een trias politica
Er is geen trias politica

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de regering

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

"Het OM moet de straffen die het oplegt zonder rechter kritischer beoordelen". Waar is hier sprake van?
A
Vervolging
B
Seponeren
C
Strafbeschikking

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een land kan lid worden van de EU als het een rechtsstaat is.
Maar wat is een rechtsstaat?
A
Eén iemand heeft de macht in een land.
B
De burgers hebben grondrechten die in een grondwet staan.
C
De overheid en politie hoeft zich niet aan de regels te houden.
D
Een staat waar iedereen zich moet houden aan de wetten en regels van het land

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is criminaliteit een maatschappelijk probleem?
A
Ja, veel mensen hebben er iets mee te maken en er zijn veel meningen over. daarnaast bemoeit de politiek zich ermee.
B
Nee, Alleen voor daders, slachtoffers en de politie.
C
Ja, omdat het in elke samenleving voorkomt.
D
Nee, Er zijn veel belangrijkere problemen zoals armoede en milieuvervuiling.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid de absolute macht heeft
B
Een staat waarin de burgers zich aan wetten moeten houden
C
Een staat waarin de burgers en de overheid zich aan de wetten moeten houden
D
Een staat waarin de koning de absolute macht heeft

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het legaliteitsbeginsel houdt dat de overheid met terugwerkende kracht straffen kan opleggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de rol van de Officier v justitie'?
A
Leiding geven politie
B
Strafbare feiten opsporen
C
Mensen arresteren
D
Mensen aanhouden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Rechters in Nederland zijn onafhankelijk. Dat betekent...
A
Dat zij zelf mogen bepalen welke straffen zij opleggen
B
Dat zij zelf onschendbaar zijn voor de wet
C
Dat zij geen verantwoording hoeven af te leggen aan de regering of het parlement
D
Dat zij nooit ontslagen of geschorst kunnen worden: zij worden benoemd voor het leven

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Volgens de Wet opsporing terroristische misdrijven is nu ook het voorbereiden van terroristische misdrijven strafbaar.
Met welk grondbeginsel van de rechtsstaat kan deze aanpassing in strijd zijn?
A
De ne bis in idem-regel.
B
De onafhankelijkheid van de rechtspraak.
C
De trias politica.
D
De fundamentele rechten van burgers die zijn vastgelegd in de grondwet.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een winkeldief die voor de eerste keer voor diefstal is gearresteerd, krijgt van de rechter vier weken voorwaardelijke celstraf.
Welke doelen van straffen spelen hierbij een belangrijke rol?
A
Vergelding en afschrikking.
B
Beveiliging van de samenleving en vergelding.
C
Wraak en vergelding.
D
Beveiliging van de samenleving en afschrikking.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van het strafproces?
A
vervolging, opsporing, aanhouding
B
opsporing, aanhouding, vervolging
C
opsporing, vervolging, aanhouding

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als er zware straffen worden gegeven om iedereen te laten zien dat
misdaad keihard wordt aangepakt, dan is het doel:

A
Afschrikking
B
Supersnelrecht
C
Preventie
D
Wraak

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van T.B.S?
A
veilige terugkeer in de samenleving
B
Gevangenisstraf verlengen
C
Straffen
D
plaatsgebrek oplossen in de gevangenis

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waaronder valt deze rechtszaak tegen deze meneer?
A
Civiel recht
B
Burgerlijk recht
C
Strafrecht
D
Bestuursrecht

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk van de rechtsstaat?
In een rechtsstaat is de staat aan het recht gebonden. Niet alleen de burgers, maar ook de overheid moet zich aan de afgesproken regels houden. De burger heeft het recht te weten wat de overheid doet
A
Grondwet met grondrechten
B
Legaliteitsbeginsel
C
Trias Politica
D
Onafhankelijke rechterlijke macht

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een rechtsstaat is
A
Een land met een eerlijke en onafhankelijke rechtspraak.
B
Een land waar de koning alle macht heeft.
C
Een andere woord voor een monarchie.
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Burgerlijk recht gaat over
A
conflicten tussen bv werknemer en werkgever
B
inbraak
C
Wildplassen
D
conflicten tussen overheid en burger

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

2. I. Het burgerlijk recht verstaat onder ‘burgers’ niet alleen mensen van vlees en bloed, maar ook een vereninging of bedrijf.
II. Rechtspersonen zijn alleen mensen van vlees en bloed.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In welke zaak is er sprake van burgerlijk recht?
A
De provincie die opdracht geeft een nieuwe snelweg aan te leggen.
B
Een asielzoeker die zich in Nederland wil vestigen.
C
Het Ministerie van Justitie dat uit ontevredenheid weigert de nota van een leverancier van bedrijfskleding te betalen.
D
De afwijzing van een huursubsidieaanvraag.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Overtreding:

A
Gevangenis
B
Huis van Bewaring

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 25 - Quiz

Je ziet hier een auto die sneller rijdt dan wettelijk is toegestaan. Omdat het hier gaat om een licht vergrijp wordt het meestal afgedaan met een boete.
Wel kan het zo zijn dat als je vaker dit soort overtredingen maakt, je rijbewijs afgepakt wordt en misschien zelfs voor de rechter moet komen.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 26 - Quiz

Je ziet hier iemand iets stelen. Stelen is een misdrijf.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 27 - Quiz

Het bezit van vuurwapens is in Nederland verboden. (Tenzij je een vergunning hebt om een vuurwapen te hebben, maar die hebben alleen politie mensen of mensen van een schietvereniging onder speciale omstandigheden.) Omdat je grote schade kan aanrichten met een vuurwapen is het een misdrijf om deze te dragen. Je moet dan altijd naar de rechter.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 28 - Quiz

Met wildplassen wordt niet bedoeld dat je wild plast, maar dat je ergens plast zonder dat er een wc is. Het kost je 120 euro en wordt gezien als een licht vergrijp. Het is daarom een overtreding, want je krijgt een boete.
Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 29 - Quiz

Je ziet een afbeelding van een gevolg van de avondklok rellen (2021). Als je spullen vernielt van anderen, en dus ook plundert, wordt dat gezien als een ernstig vergrijp. Je pleegt dan een misdrijf en moet voor de rechter komen.