5.4 het ontstaan van staten

5.4 Het ontstaan van staten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

5.4 Het ontstaan van staten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de belangrijkste gevolgen noemen van de opkomst van de geldeconomie voor het bestuur.
  2. Je kunt uitleggen waarom de paus en vorsten in de late middeleeuwen een conflict hadden met elkaar.
  3. Je kunt beschrijven hoe vorsten probeerden centraal bestuur in te voeren.

Slide 2 - Slide

Wat betekent het ook alweer als we spreken van een agrarisch-stedelijke samenleving?

Slide 3 - Open question

De agrarisch-stedelijke samenleving
Voor vorsten en koningen veranderde er het een en ander door de komst van steden en een geldeconomie
Koningen hadden namelijk niet zoveel macht in steden. 
Dit losten ze op op twee manieren:



Zo werden koningen alsnog rijk. 
 

2. boeren hun pacht in geld laten betalen. 
1. belasting heffen in steden 

Slide 4 - Slide

Het bestuur in de steden
De komst van een geldeconomie had twee gevolgen voor het bestuur in steden:
  1. Vorsten huurden ambtenaren in die hun hielpen bij het besturen van de stad. 
  2. Vorsten konden oorlog voeren met een huurleger

Slide 5 - Slide

Ruzie tussen paus en vorsten 
Vorsten en pausen hadden een conflict over wie bisschoppen mocht benoemen. 




Waarom wilden vorsten bisschoppen als leenmannen/ bestuurders?
Bisschoppen mochten niet trouwen, dus kregen geen kinderen 
 → dus na hun dood kreeg de vorst zijn leen terug
Waarom wilde de paus dat niet?
Paus was de baas van de kerk, dus de baas van de bisschoppen.
Niet de vorst!

Slide 6 - Slide

Noem twee voordelen die koningen hadden t.o.v. het leenstelsel

Slide 7 - Open question

5.4 Het ontstaan van staten

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de belangrijkste gevolgen noemen van de opkomst van de geldeconomie voor het bestuur.
  2. Je kunt uitleggen waarom de paus en vorsten in de late middeleeuwen een conflict hadden met elkaar.
  3. Je kunt beschrijven hoe vorsten probeerden centraal bestuur in te voeren.

Slide 9 - Slide

Een centraal bestuur
Tijdens het leenstelsel moesten vorsten rondreizen om hun leenmannen te controleren. 
Dit veranderde ook in de late middeleeuwen: vorsten gingen nu hun hele rijk op dezelfde manier besturen. 
- dezelfde belastingen
- dezelfde wetten

Slide 10 - Slide

Een centraal bestuur
Als een koning zijn land vanuit een plek op dezelfde manier bestuurt, heet dit een centraal bestuur
Zo ontstonden er staten: een land met duidelijke grenzen, waar overal dezelfde regels en wetten gelden. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Leg uit dat de video een voorbeeld is van centraal bestuur.

Slide 13 - Open question

Oftewel...
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Vorsten reisden rond

Vorsten besturen vanuit 1 plaats (centralisatie)
Overal andere wetten en regels
Overal dezelfde wetten en belastingen (staatsvorming)
= LEENSTELSEL
= Centraal bestuur

Slide 14 - Slide

Centraal bestuur in Nederland 
Nederland bestond uit verschillende gewesten, een soort provincies. 
Nederland viel onder de hertogen van Bourgondië, die door oorlog, huwelijken en erfenissen steeds meer gebied kregen. 

Alle gewesten samen kregen dezelfde wetten, waardoor in Nederland ook centralisatie werd ingevoerd.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Heeft Nederland NU een centraal bestuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Is Nederland NU een staat?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Geef aan waarom een vorst na de vroege middeleeuwen graag ambtenaren in dienst nam.
A
Ambtenaren hadden geen eigen mening
B
Ambtenaren hadden niet het gevoel dat ze de baas waren over het land dat ze bestuurden
C
Ambtenaren waren niet zo slim
D
Ambtenaren waren slimmer dan leenmannen

Slide 19 - Quiz

Wie is de leider van de katholieke kerk?
A
Priester
B
Bisschop
C
Paus

Slide 20 - Quiz

Waarom wilde steden stadsrechten hebben?
A
Stadsmuur mogen bouwen
B
Zichzelf mogen verdedigen
C
Zelf de regels maken voor een stad
D
Zelf de rechtspraak regelen

Slide 21 - Quiz