Present simple vs present continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, havo
• Leerjaar 1

Grammar Review

Present simple vs present continuous

Welke zin staat in
de present simple?

1. He always wears a hat.
2. We are walking to school at the moment.

                              Present simple??

Als deze werkwoordstijd nog niet helemaal 

duidelijk is, bekijk dan het filmpje op de 

volgende slide.

In welke zin wordt de present continuous gebruikt?

1. I am always late.
2. He is walking to school right now.

                      Present continuous?

Als deze werkwoordstijd nog ver weg in je geheugen zit, kan je het filmpje op de volgende slide bekijken. 

Je vormt dus de present continuous door 

onderwerp + to be + werkwoord + ING

     Maar! Er zijn drie uitzonderingen op deze regel. 

Werkwoorden die eindigen op een -e zoals
to make:

1. Je neemt je werkwoord (zonder to) en voegt -ING toe: I am makeing
2. Je laat de -e wegvallen: I am making

Werkwoorden die eindigen op een -ie zoals
to lie:

1. Je neemt je werkwoord (zonder -to) en voegt -ING toe: You are lieing
2. Je vervangt de -ie door -y: You are lying

Werkwoorden die eindigen op een medeklinker -
klinker - medeklinker en die laatste lettergreep is
benadrukt zoals
to stop:

1. Je neemt je werkwoord (zonder to) en voegt -ING toe: He is stoping
2. Je verdubbelt de laatste medeklinker: He is stopping.

Lees de tekst op de volgende slide. Sleep de signaalwoorden onderaan naar de juiste tijd bovenaan.

Tekst

Signaalwoorden die bij de present simple horen 

Signaalwoorden die bij de present continuous horen

every week

always

never

now

Wanneer gebruik je de present simple? (Meerdere opties mogelijk)

1. Gewoonte/routine
2. Om over het verleden te praten
3. Waarheid/feit
4. Een actie die nu plaatsvindt

Wanneer gebruik je de present continuous?

1. om te praten over het verleden
2. handelingen die nu plaatsvinden
3. gewoonte/routines
4. waarheid/feit

Maakte je fouten in de vorige vragen? Bekijk dan het instructiefilmpje op de volgende slide. 

In the next slide you will find a video. Watch this video and after watching you should be able to link the names of the teens to their opinions (meningen). 

Do you agree (eens) or disagree (oneens)?

1. Agree
2. Disagree

Do you agree or disagree?

1. Agree
2. Disagree

Do you agree or disagree?

1. Agree
2. Disagree

Welke tijd werd er gebruikt in de meningen?

1. present simple
2. present continuous

Klik op de foto om te lezen over Kostas en Sam hun shopgewoontes. Schrijf 5 signaalwoorden op die verwijzen naar een routine. De eerste twee krijg je cadeau: 'Usually' en 'every Saturday'.

How do we call these words 'usually, sometimes, always, often ...'

Waar staan de 'adverbs of frequency' in een zin?

1. voor het hoofdwerkwoord 'I often wear a sweater.'
2. achter het hoofdwerkwoord 'I wear often a sweater.'

Geldt deze regel ook voor het werkwoord 'to be'?

1. Ja. 'I always am late.'
2. Nee, dan staat het bijwoord erachter. 'I am always late.'

Choose the correct form of the verbs in the next slides.

I (go/am going) to my favourite clothes shop every Wednesday afternoon.

1. go
2. am going

I go to my favourite clothes shop every Wednesday afternoon.

-->Why is 'go' the correct answer?

1. present simple: routine
2. present continuous: Action going on now

I (always wear/ 'm always wearing) what celebrities wear.

1. always wear
2. 'm always wearing

I always wear what celebrities wear.

-->Why is 'always wear' the correct answer?

1. present simple: routine
2. present continuous: Action going on now

Look! She (buys/ is buying) my favourite T-shirt.

1. buys
2. is buying

Look! She is buying my favourite T-shirt.

-->Why is 'is buying' the correct answer?

1. present simple: routine
2. present continuous: Action going on now

Vul in: Present simple / continuous:
My dad ... (work) at the moment.

Vul in: present simple / continuous
Water ... (boil) at 100 degrees.

Vul in: Present simple / continuous:
My dad ... (not work) at H&M.

Vul in: Present simple / continuous
He ... (tie = binden) his shoelace right now.

Vul in: Present simple / continuous
He always ... (brush) his teeth twice a day.

Vul in: present simple / continuous
Look, she ... (run) really fast!

Vul in: Present simple / continuous:
The plane ... (leave) as we speak.

Write a sentence in the present simple.

Write a sentence in the present continuous.

www.bookwidgets.com

Kan je de present simple en de present continuous vormen en weet je wanneer je welke tijd moet gebruiken?

1. Ja, ik snap het!
2. Nee, ik begrijp niet wanneer ik welke tijd moet gebruiken.
3. Nee, ik weet niet hoe ik de present continuous vorm.
4. Nee, ik weet niet hoe ik de present simple vorm.

Vond je het fijn om met
Lesson Up te werken?

1. Ja, ik wil dit graag nog eens doen!
2. Nee, geef mij maar een 'gewone' les.

CHALLENGE! Find a song (maybe your favourite song?) in which the present simple is used. Copy at least 4 sentences of the lyrics in the present simple.

CHALLENGE! Find a song (maybe your favourite song?) in which the present continuous is used. Copy at least 4 sentences of the lyrics in the present continuous.